Fries schrijver (Huizum 15 Dec. 1877 - Groningen 21 Oct. 1939), onderwijzer, leraar Middelb. Landbouwschool, heeft zich ten opzichte van zijn geboorteland uitermate verdienstelijk gemaakt, door het houden van lezingen, maar nog meer door zijn publicaties, verantwoord èn in de goede zin des woords populair, te meer omdat hij zich voor alles wat op Friesland betrekking had, van het Fries bediende en zodoende de ontwikkeling van het Fries als cultuurtaal krachtig bevorderde.
Een volledige lijst van zijn geschriften vindt men in de 3de dr. van Fen Fryslâns groun, Geologyske sketsen (1942); we noemen hier speciaal: De gritenij Dantumadiel, een groot opgezet werk, model van een heemkundige beschrijving (1932), Sealterlân (1934) en de serie Nalûr en Gea 6 dln (1936-’41).Lit.: M. Wiegersma in „Fen Fryslâns groun', 3de dr. (1942); J. Piebenga en G. A. Wumkes in „Natûr en gea”, dl V (1940).