of Blemyers, een volksstam in Beneden-Nubië, ten Z. van Egypte, gevreesd om de invallen in dat land, die vooral in de Romeinse keizertijd onder Decius en Aurelianus tot moeilijke strijd aanleiding gaven. Diocletianus betaalde tribuut aan de Blemmyers en stond hun ook het gebruik toe van het heiligdom van Isis te Philae.
In de 4de eeuw beheersten zij een machtig rijk ten Z. van Egypte, dat zij ondanks vele oorlogen behielden. In de 6de eeuw waren zij nog heidenen. Zij vereerden Osiris, Isis en Priapus (Ammon). De tegenwoordige Bedja zijn vermoedelijk hun afstammelingen.Lit.: J. Krall, Beiträge zur Geschichte der Blemyer und Nubier, Denkschr. Akad. Wien phil.-hist. Kl. XLVI; Leipoldt, Zeitschr. f. aeg.
Spr. XL, p. 126 sqq; U. Monneret de Villard, Storia della Nubia cristiana (orientalia christiana analecta, 118, Roma 1938).