Vlaams musicus (Gent 19 Nov. 1846 - 1909), was leerling aan de muziekscholen te Gent en te Brussel en kwam later onder de leiding van Peter Benoit. Hij werd benoemd tot kapelmeester in de St Bavokerk en in de Vlaamse Schouwburg te Gent en tot leraar aan het Conservatorium aldaar.
Hij is een der vertegenwoordigers van de Vlaamse Romantiek die destijds door bezielde vocale kunst (Klokke Roeland, Aan Gent) zeer populair was. Van zijn opera’s is er geen van betekenis gebleven. Van zijn koren kunnen we noemen Broedergroet en van zijn liederen blijven Liefdepaarlen en Lenteliederen nog heden zeer gewaardeerd.