Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Biotine

betekenis & definitie

(vitamine H), een groeifactor voor gistcellen en sommige bacteriën, is een noodzakelijk bestanddeel gebleken in de voeding van verschillende diersoorten. De stof komt voor in lever, vers fruit, groenten, vis, melk en melkproducten.

Zij wordt gebonden en onwerkzaam gemaakt door een bestanddeel van rauw eiwit (avidine); op deze wijze verklaart men de deficiëntieverschijnselen die o.a. bij ratten ontstaan na een voeding die rijk is aan rauw eiwit. Bij de mens bestaat geen gevaar voor biotinetekort, omdat de stof in zoveel voedingsmiddelen voorkomt en omdat zij bovendien wordt gemaakt door bacteriën in de darm.

< >