noemt men bij de artillerie al hetgeen in de commandoposten nodig is (kaarten, instrumenten, schrijf- en tekengereedschap) voor het opstellen en uitgeven van schietopdrachten en vuurbevelen. Zij werden bij de bereden artillerie van vóór 1940 voor de regimentsen afdelingsstaven meegevoerd in bevelsmiddelenwagens, voor de batterij in een daartoe ingerichte caisson of in een kist tot bevelsmiddelen, terwijl, voor het zo nodig meenemen in het terrein, beschikt werd over tassen tot bevelsmiddelen, die, van waterdicht zeildoek vervaardigd, over het frame van het rijwiel of aan het zadel van het rijpaard werden bevestigd.
Thans vinden zij een plaats in het voor het personeel der afdelings- en batterijstaven bestemde automaterieel.