Frans delfstofkundige (Parijs 5 Sept. 1787 - 10 Dec. 1850), werd in 1811 benoemd tot hoogleraar in de wiskunde te Avignon, in 1813 tot hoogleraar in de natuurkunde te Marseille, en na de Restauratie door Lodewijk XVIII belast met de taak, diens mineralogische verzameling uit Engeland naar Frankrijk over te brengen en te ordenen. Daarna wijdde hij zich enige jaren nagenoeg uitsluitend aan de delfstofkunde en werd in 1820 benoemd tot hoogleraar te Parijs.
Hij heeft uitstekende leerboeken voor natuur- en delfstofkunde, alsmede andere belangrijke werken uitgegeven en formuleerde zekere kristallografische wetten, later wetten van Beudant genoemd. Hij schreef Voyage minéralogique et géologique en Hongrie (3 dln, 1822).