(Jacques Nicolas) Frans historicus (Blois io Mei 1795 - Parijs 22 Mei 1856), was eerst van 1814-1817 secretaris van de utopist Saint-Simon en daarna journalist. Ondanks zijn sedert 1826 toenemende blindheid ging hij voort historische documenten te bestuderen (sedert 1835 was hij bibliothecaris van het Palais Royal) en door zijn geschiedwerken, die zich niet alleen stilistisch, maar ook door het toepassen van de zgn. genetische methode onderscheidden, de Franse historiografie als het ware te vernieuwen.
Zijn doel was nl. niet zozeer het verleden te beschrijven als wel de wording er van te tonen. Zijn werken onderscheiden zich vooral door de locale kleur, die hij aan het geschiedverhaal weet te geven; zijn bronnencritiek is echter nog zeer onvoldoende.Bibl. o.a. : Hist. de la conquête de l’Angleterre par les Normands (3 dln, 1825); Lettres sur l’hist. de France (1820, heruitg. 1827); Récits des temps mérovingiens (2 dln, 1840); Considérations sur 1’hist. de France (1840); Essai sur l’hist. du tiers-état (1850); Recueil des monuments inédits de l’hist. du tiers-état (4 dln, 1850-1870); Œuvres complètes (10 dln, 1856-1860).
Lit.: F. Brunetière, L’œuvre d’A. Th. (in: Rev. des Deux Mondes 132, 1895, blz. 469-480) ; C. Jullian, A. Th. et le mouvement historique sous la Restauration (in: Rev. de synthèse hist. 13, 1906, blz. 129-142); A. Augustin-Thierry, A. T. d’après sa correspondance et ses papiers de famille (1922).