(Georg), Duits diplomaat en kunstkenner (Hannover 28 Nov. 1777 - Rome 5 Mrt 1853), die sinds 1817 onafgebroken te Rome woonde — vele jaren als Hannoveriaans ministerresident — en in de archaeologische en kunsthistorische wereld aldaar een rol speelde. Hij verdedigde de Duits-Romeinse schilders (Cornelius, Overbeck) tegen Goethe’s aanvallen in Kunst und Altertum en stichtte samen met de Pruisische gezant Bunsen, met Thorwaldsen, Gerhard, Panofka e.a. in 1829 het Duits archaeologisch instituut te Rome.
Zijn kostbare kunstverzameling is de grondslag geworden van het naar hem genoemde Kestner-museum te Hannover. Behalve werken over archaeologie en kunst schreef hij Goethe und Werther, Briefe Goethes, meistens aus seiner Jugendzeit (posthuum versch. 1854).