Attisch redenaar, een der ijverigste deelnemers aan de oligarchische omwenteling van 411. Na de mislukking hiervan werd hij ter dood veroordeeld.
De bij die gelegenheid door hem uitgesproken verdedigingsrede, zijn in de Oudheid meest beroemde werk, is verloren gegaan. Overgeleverd zijn drie voor anderen geschreven pleidooien in moordzaken, en verder nog drie Tetralogieën, groepen van vier korte pleidooien, telkens op eenzelfde gefingeerd geval betrekking hebbende: aanklacht, verdediging, repliek en dupliek, die als oudste voorbeelden van juridische dialektiek van groot belang zijn.Bibl.: Uitgave met Franse vertaling van L. Gernet (1923).
Lit.: W. Schmid en O. Stahlin, Gesch. der. Griech. Lit., 1,3,1, pag. 97-126 (München 1940); F. Blass, Att.
Bereds.,I, 2. Aufl., 91-203 (1887); Ed. Meyer, Die Revolution der Vierhundert, in: Forschungen z. alt. Gesch., II, p. 406-436.
