is ontbreken van het reukvermogen. Een aandoening die het gevolg kan zijn van:
1. ziektetoestanden van het neusslijmvlies, in het bijzonder in de bovenste neusgang waar zich de zintuigcellen voor de reuk bevinden;
2. ziektetoestanden in het zeefbeen, die de reukzenuwen beschadigen, althans de prikkelgeleiding langs deze zenuwen onderbreken;
3. ziektetoestanden in de voorste groeve der schedelbasis, waar de tractus olfactorius de centrale reukbaan passeert;
4. ziektetoestanden in de slaapkwab der grote hersenen, waar de reukgewaarwording tot stand komt.