Sir, Brits diplomaat (Londen 25 Nov. 1884), studeerde te Eton en Oxford, ging daarna in de diplomatieke dienst. In 1928 werd hij „counsellor” aan het Foreign Office.
Hij hield zich vooral bezig met Volkenbondszaken, o.a. betreffende de Mandsjoerijse kwestie. In 1933 werd hij buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister in China, welke status in 1935 tot die van ambassadeur werd verhoogd. In 1936 naar Londen teruggekeerd, werd hij eerst plaatsvervangend onderstaatssecretaris van Buitenlandse Zaken en in 1938, na het aftreden van Sir Robert Vansittart, permanent onderstaatssecretaris. Met Sumner Welles, de Amerikaanse onderstaatssecretaris van Buitenlandse Zaken, was Cadogan de opsteller van het Atlantic Charter (14 Aug. 1941).
Op de conferentie van Dumbarton Oaks in 1944 was hij de Britse hoofdafgevaardigde en in 1945 woonde hij de bijeenkomst van de Verenigde Naties te San Francisco bij. In Jan. 1946 werd hij benoemd tot permanent Brits vertegenwoordiger in de Veiligheidsraad.