Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Acheuléen

betekenis & definitie

het op één na oudste van de zes tijdvakken, waarin men de palaeoliethische periode pleegt te verdelen. Gedurende dit tijdvak was het klimaat aanvankelijk nog warm.

Dit blijkt uit de vondsten van fossiele slakken in lagen, welke gedurende het Acheuléen gevormd zijn. Geleidelijk ontstaat er echter een steppenklimaat, waar de, grotendeels nog onder de vrije hemel huizende mens, op het wilde paard jaagt. Evenals in het voorgaande tijdvak, het Chelléen, is het voornaamste werktuig nog de vuistbijl. Deze instrumenten hebben echter scherpere randen dan gedurende het Chelléen. Ook zijn ze veelal aan de oppervlakte bewerkt en krijgen een platte, ovale vorm. Tegen het einde van het Acheuléen worden de stenen meer toegespitst en kunnen op die wijze worden gebruikt als krabbers en boren. De naam Acheuléen is ontleend aan Saint-Acheul, een voorstadje van Amiens (z Palaeolithicum).Lit.: M. Ebert, Reallexikon der Vorgeschichte, s.v. „Acheuléen”, blz. 6 en vlg.

< >