Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Zwarte dood

betekenis & definitie

Zwarte dood is de naam van eene besmettelijke ziekte, die in de 14de eeuw een groot gedeelte van de bewoners der Aarde wegrukte. Z(j ontstond vermoedelijk in China en werd door karavanen eerst naar Midden- en Klein-Azië en vanhier naar Europa overgebragt. In 1347 vertoonde zij zich het eerst op Sicilië, te Marseille en in eenige havensteden van Italië, vanwaar zij zich over geheel Europa verspreidde. In 1348 woedde zij het vreeselijkst in Spanje, Frankrijk, Duitschland, Nederland en Engeland, in 1349 in Zweden, Noorwegen en Polen, en eerst in 1351 in Rusland.

Sedert 1333 waren de volkeren geteisterd door aardbevingen, verwoestingen, sprinkhanen, misgewas en velerlei noodlottige verschijnselen der natuur, zoodat de gemoederen vreesachtig en de ligchamen voor besmetting vatbaar waren. Men meent, dat in de drie jaren van 1348 tot 1350 in Europa 25 millioen menschen aan die ziekte bezweken zijn. Uit hare beschrijving blijkt, dat z(j niets anders was dan de Oostersche pest, met eene ongemeen boosaardige ontwikkeling der pestbuilen, vergezeld van eene hevige longontsteking. De geneeskunst was magteloos tegenover deze vreeselijke kwaal. Bijna alle lijders stierven binnen drie dagen na het verschijnen der pestbuilen.

Het volksvooroordeel zag daarin eene straf van God, en de Flagellanten (Geeselaars) zochten haar af te wenden door gestrenge boetedoening. Men beschuldigde voorts de Israëlieten van vergiftiging der waterputten, en de wreedste vervolgingen ontstonden uit deze dwaling. Eerst laat werden door de Rijksbesturen voorzorgsmaatregelen voorgeschreven, daar men vermoedde, dat die ramp voortvloeide uit een noodlottigen zamenstand der planeten. Nadat de pest verdwenen was, keerden door eenige bijzonder gunstige jaren en door eene ongemeene vruchtbaarheid der vrouwen vrede en hoop terug in de geschokte gemoederen. Tot de geneesheeren, die deze ziekte waarnamen, behoorden vooral Guy de Chauliac en Chalin de Vinario, — ook is zij op eene treffende wijze beschreven door Boccaccio.