Zeeman. Onder dezen naam vermelden wij:
Reinier Zeeman, een verdienstelijk zeeschilder, eigenlijk Nooms geheeten en geboren te Amsterdam omstreeks het jaar 1612. Hij was aldaar nog werkzaam in 1656, maar zijn sterfjaar is onbekend. Zijne schilderijen, havens en zeegezigten voorstellende, zijn helder van toon en bevallig van behandeling, maar vooral zijne etsen bezorgden hem grooten roem. Zij getuigen vooral van eene grondige kennis der verschillende soorten van schepen. Hij leverde o. a.: „Het matrozen-oproer”, — „Twee blokhuizen op den Amstel”, — „Eene reeks van 15 zeegezigten en landschappen”, — „Gezigten te Amsterdam”. — „Gezigten te Parijs”, — „Amsterdamsche schepen en schuiten”, — „Zeegezigten en havens”, — „De stadspoorten van Amsterdam”, — en „Merkwaardige zeedagen van de admiralen de Ruijter, Tromp en Blankert”.
Henri Zeeman, een verdienstelijk Nederlandsch letterkundige, geboren te Amsterdam den 9den November 1811. Hij was eerst hulponderwijzer en stond vervolgens gedurende 40 jaar aan het hoofd eener kostschool in zijne geboorteplaats. Daarna vestigde hij zich te Haarlem. Van zijne geschriften vermelden wij: „Het leven van Joost van den Vondel voor Neerlands jongelingschap (1831)”, — „Het leven en de krijgsbedrijven der Prinsen van Oranje (1831—1833, 3 dln)”, — „Het leven, de daden en lotgevallen van Jan Camphuis (1833)”, — „Zedelijke verhalen voor jonge lieden (1834)”, — „De gunsteling of drie dagen uit de regering van Maria, koningin van Engeland (1835)”, — „Lucretia Borgia of wreedheid en moederliefde (1836)”, — „La Tisba of de schoone Venetiaansche tooneelspeelster (1835)”, — „De Engel van St. Jan (1837)”,—„De grootvorstin Christina (1841)”,— „Het leven, de krijgsbedrijven en de noodlottige dood van Z. K. H. Ferdinand Philippus Lodewijk Karei Hendrik Josephus van Orleans (1842)”, — „Elizabeth de Nanteuil of de gevolgen van een oogenblik (1843)”, — „Het leven, de krijgsbedrijven en de regering van Z. M. Willem I (1844)”, — „Leven, krijgsbedrijven en regering van Z. M. Willem II (1849)”, — „De eerste dronk (1850)”, — „Lodewijk Philips, koning der Franschen (1851)”, — „Verhalen voor jonge lieden (1853)”, — „De verkeerde wereld naar eene voorstelling van Tetje Roen (1859)”, — „Geschied- en aardrijkskundige beschrijving van het Koningrijk Sardiniën (1859)”, — „’s Gravenhage en Amsterdam. Roemrijke herinneringen aan de gedenkwaardige dagen van 12—30 Nov. 1813 (1863)”, — „Wat hebben Neêrlands Koningen vijftig jaren voor Nederland gedaan (1863) ”, — „Leopold I, Koning der Belgen (1864) ”, — „Wat er te Amsterdam voor vijftig jaar voorviel (1864)”,— „Nederlandsche volksverhalen op het gebied der afschaffing van sterken drank (1865)”, — en „Drank- en drinkwinkels in Nederland (1865)”, alsmede brochures, bijdragen in tijdschriften en almanakken enz.