Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Wittekind

betekenis & definitie

Wittekind of Widukind, een vermaard veldheer der Saksers in hunne oorlogen tegen Karel de Groote, was de telg van een edelen stam der Westfaalsche Saksers en trad op als hertog der Saksers, toen Karel de Longobarden aan zijne heerschappij onderwierp.

Reeds had Wittekind in 774 den Eresburg ingenomen, toen Karel verscheen, de Saksers versloeg en hen terugwierp over de Weser, waarna de Saksische stammen desgelijks tot onderwerping kwamen. Wittekind redde zich door de vlugt en vernieuwde in 776 den opstand. Toen Karel vervolgens nogmaals met eene groote overmagt oprukte en de Saksers in 777 te Paderborn tot een verdrag noodzaakte, nam Wittekind de wijk naar Denemarken en deed, zoodra Karel tegen de Spanjaarden te velde trok, een inval in het Frankische Rijnland. De terugkeer des Keizers dwong hem op nieuw om te vlugten, maar in 782 overrompelde hij in het Süntelgebergte aan de Weser het Frankische leger, over welks vernietiging Karel wraak nam door 4500 Saksische gevangenen bij Verden aan de Aller te doen ombrengen. Toen kwam het geheele Saksische volk onder Wittekind en Albion in opstand. De slag bij Detmold (783) bleef onbeslist, maar in den tweeden slag, aan de Haase bij Osnabrück, werd de magt der Saksers vernietigd, zoodat Wittekind en Albion zich onthielden van verderen weerstand en zelfs onderhandelingen aanknoopten, zoodat zij in 785 in de legerplaats van Karel te Attigny in Champagne verschenen en gedoopt werden.

Volgens de sage verhief Karel den dapperen Wittekind, die op zijn wapenschild het zwarte ros door een wit paard verving, tot hertog der Saksers en gaf hem het land van Engern ten geschenke. Wittekind heerschte als een zachtmoedig en regtvaardig vorst op zijn kasteel Babylonia niet ver van Lübeck en oorloogde op gevorderden leeftijd, in 807, met Gerold, hertog van Zwaben. Zijne grafstede te Engern werd later door Karel IV vernieuwd, en zijn gebeente is in 1414 vervoerd naar Herford, vanwaar het in 1822 wederom naar Engern werd gebragt. Onderscheidene vorstenhuizen beweren, van Wittekind afkomstig te zijn, bepaaldelijk die van Saksen, Brunswijk en Sardinië. Dit laatste voert dan ook nog altijd een wit paard in zijn wapen.

< >