Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Willigen (Van der)

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij:

Adriaan van der Willigen, een Nederlandsch geschiedkundige, geboren te Rotterdam den 12den Mei 1766. Hij betrad de krijgsmansloopbaan, maar nam in 1789 zijn ontslag en vestigde zich te Oss, waar hij landbouwkundige proeven deed, en vervolgens te Tilburg, waar hij in 1795 tot drossaart werd benoemd. Kort daarna zag hij zich gekozen tot plaatsvervangend representant van Bataafsch Brabant.

In die dagen schreef hij eenige tooneelspelen, zooals: „Selico (1794)”, — „Claudine (1798)”, — „Recommandatiebrieven (1800)”, — en „Willem en Klaartje of de voorbeeldige pastoor (1806)”. Sedert 1801 begon hij zich op de schilderkunst toe te leggen, reisde in Frankrijk en Italië en vestigde zich vervolgens te Haarlem. Hij ergerde zich aan de verheffing van Lodewijk Napoleon op den Hollandschen troon en nog meer aan Nederlands inlijving bij Frankrijk. Na 1813 was hij lid van Teylers genootschap en schoolopziener, en schepte bij voortduring veel vermaak in reizen. Hij overleed den 17den Januarij 1841.

Hij schreef, behalve genoemde tooneelstukken: „Reize door Frankrijk in brieven (1806, 3 stukken)”, — „Parijs in den aanvang der 19de eeuw (1805, 3 dln; 2de druk, 1814)”, — „Verhandeling over de redenen van het klein getal historieschilders in Nederland (1808)", met zilver bekroond, — „Aanteekeningen op een togtje door een gedeelte van Engeland in 1823 (1825)”, — „Aanteekeningen op een togtje door een gedeelte van Duitschland in 1828 (1829)”, — en „Geschiedenis der vaderlandsche schilderkunst sedert de helft der 18de eeuw (1840, 4 dln, met R. van Eynden)”.

Pieter van der Willigen, een verdienstelijk Nederlandsch godgeleerde, geboren te Rotterdam den 20sten October 1778. Hij werd achtervolgens predikant te Haringkarspel en Dijkshorn, te Hillegom en te Tiel, in 1846 emeritus, en overleed den 17den December 1847.

Hij schreef o. a.: „Verhandeling over de waardij der wetenschappen in een volgend leven (1829), — beantwoordde twee prijsvragen der Maatschappij: Tot Nut van ’t Algemeen, namelijk: „Over de kracht en den invloed der gewoonte (1820)” — en „Een spreekwoord niet altoos een waar woord (1823)”, — en leverde onderscheidene bijdragen in godgeleerde tijdschriften.

Adriaan van der Willigen Pz., een zoon van den voorgaande, geboren te Hillegom den 20sten September 1810 en overleden te Rhedersteeg den 22sten Augustus 1876. Hij was doctor in de geneeskunde, practiseerde te Haarlem en schreef: „Aanteekeningen over Haarlemsche schilders en andere beoefenaars der beeldende kunsten enz. (1866)”, — en „Naamlijst van Nederlandsche kunstcatalogen, veelal met derzelver prijzen en namen van af 1731-1866 (1873)”.

< >