Weeninx is de geslachtsnaam van twee verdienstelijke schilders, te weten:
Jan Baptiste Weeninx, geboren te Amsterdam in 1621 en eerst door Abraham Bloemaert en vervolgens door Nikolaas Moijaert in de kunst onderwezen. Reeds op jeugdigen leeftijd maakte hü aanzienlijke vorderingen, trad in het huwelijk met eene dochter van Gillis de Rondekoeter en begaf zich vier jaar later naar Italië met de belofte, dat hij binnen vier maanden zou terugkeeren. Hij vond echter in Rome zoo veel aanmoediging, dat hij zijne belofte vergat en eerst na 4 jaren heimelijk die stad verliet en zich naar Utrecht begaf, waar hij zich in de nabijheid der stad op het riddergoed ter Meij vestigde en, met roem gekroond, op 39 jarigen leeftijd overleed. Hij schilderde zoowel levensgroote historische groepen als kleine genre-stukken, landschappen en zeegezigten, zoowel portretten als stillevens. Hij bezat eene ongemeene vaardigheid en onderscheidde zich door een warm coloriet. Op het muséum te Amsterdam vindt men van hem drie schilderijen met dood wild. Het Louvre te Parijs bezit van hem eene „Zeekust met Turksche roovers”, het muséum te Petersburg een „Landschap met geiten en schapen”, dat te Berlijn „Erminia, bij de herders eene verblijfplaats zoekend”, dat te München vier Italiaansche tafereelen, dat te Dresden onderscheidene stillevens en dat te Gotha eenige uitnemende genrestukken, terwijl ook in onderscheidene Engelsche verzamelingen zijne kunstgewrochten niet ontbreken.
Jan Weeninx, een zoon van den voorgaande en geboren te Amsterdam in 1644. Hij ontving onderwijs in de kunst van zijn vader en schilderde desgelijks in verschillende genres. Den meesten roem evenwel behaalde hij door zijne stillevens, terwijl hij inzonderheid uitmuntte door zijn fraai coloriet. Hij toefde geruimen tijd aan het Hof van Johann Wilhelm, keurvorst van de Pfalz, voor wien hij in 1712—1714 drie zalen van het kasteel Duisberg bij Keulen met schilderijen versierde. Deze bevinden zich thans in het muséum te München, gedeeltelijk stillevens, gedeeltelijk jagten en landschappen.
Ook onderscheidene voorname huizen te Amsterdam heeft hij met prachtig schilderwerk verrijkt. In het Mauritshuis te ’s Gravenhage heeft men van hem: „Eene doode zwaan met een hert in een landschap” en „Een faisant en ander dood wild”. Nog in deze eeuw zijn onderscheidene schilderijen van dezen kunstenaar overgebragt naar Engeland, waar zij duur werden betaald. Voorts heeft men stukken van zijne hand in de muséa te Madrid, Weenen, Dresden, München, Berlijn enz. Hij overleed te Amsterdam den 20sten September 1719.