Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Wappers

betekenis & definitie

Wappers (Gustav, baron), een uitstekend historieschilder, geboren te Antwerpen den 23sten Augustus 1803, ontving zijne opleiding aan de schilder-académie in zijne geboorteplaats in de ateliers van van Bree en Herreyns en begaf zich vervolgens naar Parijs, waar inzonderheid de voortbrengselen der Venetiaansche school hem boeiden, terwijl hij tevens met ijver de meesterstukken bestudeerde van Rubens, Jordaens en andere Nederlandsche meesters. Ongewonen roem verwierf hij in 1830 op de tentoonstelling te Brussel door een groot doek, den Leidschen burgemeester van der Werf te midden van het uitgehongerde volk voorstellende. Op zijn voorbeeld bepaalden zich meer jonge kunstenaars bij tafereelen uit de Vaderlandsche geschiedenis, zonder die uit de gewijde overlevering geheel te laten varen. Van zijne kunstgewrochten vermelden wij voorts: „Het volk te Brussel, de proclamatie van prins Frederik verscheurend”, — „De begrafenis van Christus”, in de St.

Michaëlskerk te Leuven, — „De Madonna op de wolken, door Engelen omgeven en het scapulier aanbiedend aan den stichter van de orde der Jezuïeten”, in de kerk der Jezuïeten te Antwerpen, — een tooneel uit de Septemberdagen van 1830, in het Palais de la Nation te Brussel, — „Karel IX, op de Hugenoten vurend”, in het bezit van den hertog van Saksen-Coburg, — „Peter de Groote”, — „Philips de Schoone op zijn sterfbed (1841)”, — „Camoëns (1842)”, — „Genoveva van Brabant (1843)”, het eigendom van koningin Victoria, — „Abailard en Heloise”, — „Karel I, vóór zijne teregtstelling eene roos ontvangend van eene dame”, — „Boccaccio, zijn Decamerone voorlezend aan Johanna van Aragon”, — „Romeinsche meisjes, een aalmoes gevend aan een bedelaar”, — „Kinderen met een Newfoundlandschen hond”, — „De verovering van Rhodos door de Turken”, — „Het lijk des Heeren op den schoot van Maria”, — „Christoforus Columbus”, — en „Belgische vrouwen, de beslissing van een veldslag afwachtend”. Zijne stukken onderscheiden zich door correctheid van teekening en door een schitterend coloriet. Hij werd in 1832 eerste professor en in 1840 directeur van de Koninklijke académie te Antwerpen, in 1846 president van het Belgisch Nationaal Muséum, in 1845 schilder des Konings en zag zich in 1847 in den adelstand opgenomen met den titel van baron. In 1859 vertrok hij naar Parijs en overleed aldaar den 6den December 1874.

< >