Herreyns (Guillaume Jacques), een verdienstelijk Nederlandsch schilder, geboren te Antwerpen den 10den Junij 1743, ontving de eerste opleiding van zijn vader, maar behaalde in 1765 aan de teekenacadémie den eersten prijs met eene teekening naar het naakt modél. In hetzelfde jaar werd hij opvolger van d'Heur als hoogleeraar in de meet-, bouw- en doorzigtkunde, terwijl tevens de regéring van Antwerpen hem aanstelde tot hoogleeraar in de teekenkunst. In 1767 zag hij zich door den grooten Raad van Mechelen belast met de taak, om de voornaamste gebeurtenissen der Vaderlandsche geschiedenis in teekeningen voor te stellen.
In 1771 stichtte hij te Mechelen eene stads-académie van schilder-, beeldhouw- en bouwkunde onder het beschermheerschap van hertog Karel van Lotharingen. In 1775 ontwierp hij prachtige zegewagens voor het eeuwfeest van St. Romuald.
Meermalen werden hem elders vereerende aanbiedingen gedaan, doch hij vergenoegde zich met den titel van historieschilder van den Koning van Zweden en eersten schilder der Staten van Brabant. In 1798 vertrok hij uit Brussel, waar keizer Jozef hem in zijn atelier bezocht had (1781), naar Antwerpen, waar hij tot bestuurder en hoogleeraar aan de Académie van Schoone Kunsten benoemd was. Hij was lid van de 4de klasse van het Koninklijk Nederlandsch Instituut, en overleed den 18den Augustus 1827. Van zijne schilderstukken vermelden wij: „Voorvallen uit het leven van St. Romualdus” in de kerk te Mechelen, — „Het avondmaal” in de St. Nicolaaskerk te Brussel, — „De hemelvaart van Maria” in eene abdij te Leuven, — en „De Emmausgangers” in de hoofdkerk te Antwerpen.