Onder dezen naam vermelden wij:
Reinier Vinkeles, een verdienstelijk graveur en geboren te Amsterdam in 1741. Hij oefende zich in het teekenen onder de leiding van Jan Punt en maakte in die kunst aanmerkelijke vorderingen. Zijne stadsgezigten verwierven grooten bijval, en in 1762 werd hij medebestuurder der Amsterdamsche teekenacadémie. Voorts begaf hij zich naar Parijs en legde zich hier met zooveel ijver toe op de graveerkunst, dat hem eene betrekking werd aangeboden aan de académie te Petersburg. Hij wees haar echter van de hand en keerde in 1771 terug naar Amsterdam, waar hij naar eigen teekeningen een groot aantal titelprenten en vignetten graveerde. Dat aantal wordt geschat op 2500. Ook vormde hij onderscheidene leerlingen, van welke Marcus en Hulk de voornaamste zijn, en overleed in 1816.
Hermanus Vinkeles, een Nederlandsch dichter, geboren te Amsterdam den 2den November 1790. Hij was er gedurende eene reeks van jaren werkzaam op het kantoor van den Rijksbetaalmeester en overleed den 18den April 1855. Hij leverde: „Causillus (1814)”, — „Sardanapalus, treurspel (1836)”, — en „Romantische poëzij (1837)”, terwijl hij dichterlijke bijdragen deed opnemen in een groot aantal jaarboekjes en tijdschriften.