Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Veronese

betekenis & definitie

Veronese (Paolo) eigenlijk Paolo Cagliari, een beroemd Italiaansch schilder, geboren omstreeks het jaar 1535—1537 te Verona, waar zijn vader beeldhouwer was, betoonde reeds vroeg grooten aanleg voor de beeldende kunst en werd leerling bij zijn oom Antonio Badile, een bekwaam schilder. Nadat hij eenigen tijd in zijne geboortestad was werkzaam geweest, riep kardinaal Gonzaga hem naar Mantua, waar hij door zijn kunstwerk: „De verzoeking van den Heiligen Antonius”, in den Dom geplaatst, grooten roem verwierf. Nadat hij hier en op het gebied van Vincenza veel voortreffelijks geleverd had, begaf hij zich naar Venetië, waar de meesterstukken van Titiaan en Tintoretto zijn talent tot rijpheid bragten. Eene weifelachtigheid van penseelstreek merkt men nog op in zijn eerste aldaar geschilderd stuk, een „San Sebastiano”.

Krachtiger zijn reeds de fresco’s uit de geschiedenis van Esther en eene schilderij in het paleis van den Doge, hetwelk keizer Frederik voorstelt, die Octavianus erkent als kerkelijk souverein. Titiaan droeg hem voor aan de procuratoren van San Marco als een der eersten onder de jonge kunstenaars, in staat om de bibliotheek van San Marco te versieren. Na het voltooijen van dit werk werd hij met eene gouden keten begiftigd en vergezelde één der procuratoren, Girolamo Grimaldo, gezant der Republiek, naar Rome. Hier vergastten zich oog en gemoed des kunstenaars aan de werken van Rafaël en Michele Angelo en aan de kunstgewrochten der Ouden, en hij ontwikkelde de daardoor verworven kracht in zijne „Apotheose van Venetië”. Daarop schiep hij de heerlijkste voortbrengselen van zijn penseel uit de gewijde geschiedenis en de fabelleer, schilderde portretten en onderscheidde zich door een prachtig coloriet. Daarenboven versierde hij paleizen en kasteelen met voortreffelijke fresco’s. Deze kunstenaar is een der merkwaardigste figuren in de kunstgeschiedenis De grondslag van zijn stijl had hij medegebragt uit Verona, namelijk het coloriet, dat, hoewel vermaagschapt met het Venetiaansche, een eigenaardigen zilvertoon bezit. Het is duidelijk, dat hij veel te danken heeft aan Titiaan, maar nog meer aan Tintoretto.

Meer dan deze bleef hij getrouw aan de manier der antieke kunstenaars en voltooide daardoor kunstgewrochten, welke tot de meest volmaakte behooren, welke ooit het penseel heeft voortgebragt. In deze stukken is eene zekere voornaamheid in het oog vallende: men ziet er eene rijke kleedij, schitterende kleuren, een stoet van dienstknechten, hooge zuilenhallen enz., en daarmede is het coloriet in volmaakte harmonie; het is warm en krachtig, door een zilvergrijzen toon getemperd, rijk in nuances en tevens fraai van harmonie. Hij muntte geenszins uit in de voorstelling van het naakt en zocht dit dan ook zooveel mogelijk te verbergen. Zijne tafereelen uit het maatschappelijk leven in Venetië verschillen aanmerkelijk van die van Michele Angelo, die steeds naar het ideale streeft en zich bij voorkeur tot het naakt bepaalt. Bleef Veronese niet geheel vrij van den gemanierden trant zijner tijdgenooten en nu en dan van eene zekere ruwheid, deze kleine vlekjes zijn van geringe beteekenis in eene zoo schitterende zon op het gebied der kunst, en na den dood van Titiaan is hij boven allen twijfel de grootste kunstenaar van zijn tijd. Intusschen kwamen uit zijn atelier ook stukken, door zijne leerlingen vervaardigd. Een groot aantal van Veronese vindt men te Venetië, bepaaldelijk in de Galleria della Accademia, waaronder zich het prachtige „Gastmaal bij Levi” bevindt. Onderscheidene stukken waren vandaar naar Parijs gesleept, maar zijn, met uitzondering van de beroemde „Bruiloft te Kana, teruggebragt.

Ook te Verona heeft men ongeschondene schilderijen van dezen kunstenaar; men heeft er in San Georgio de voorstelling van den Heiligen Georg, die, door dreigende krijgslieden omringd, den priester weigert, afgodsbeelden te aanbidden. Voorts heeft men uitmuntende stukken van zijne hand te Dresden, zooals: „Mozes in het biezenkistje”, — „De kruisdraging”, — „De aanbidding der Koningen”, — „De jongeren te Emmaus”, — „De bruiloft te Kana” enz. Een zijner heerlijkste stukken is: „De genezing der kranken" in het museum te Weenen, waar men ook andere stukken van Veronese aantreft. Voorts heeft men er te München, te Berlijn, te Petersburg (eene „Graflegging”, „De rust in Egypte”, „De aanbidding der Koningen”, eene „Heilige Familie” enz.) en vooral in de Spaansche muséa (die van het Escuriaal en het Museo del Prado), en eindelijk in Engeland in de National Gallery en in verzamelingen van particulieren. Vele van zijne stukken zijn door gravures algemeen bekend geworden, al is ook de graveurnaald niet in staat het eigenaardige van Veronese terug te geven. Hij vormde eene talrijke school, waartoe in de eerste plaats zijne zonen Carlo en Gabrielle en zijn broeder Benedetto behoorden, alsmede de schilders Battista Zelotti, Parrasio Michele, Francesco Montemezzano en Luigi Benfatto.

< >