Uleaborg (in het Finsch Ouloe), het noordelijkste en grootste gouvernement (län) van het grootvorstendom Finland, omvat het noordelijke Oesterbotten en Lapland en telt op 2787 □ geogr. mpl omstreeks 200000 inwoners. Het land is mild besproeid door onderscheidene meren en groote rivieren (zooals: de Ouloenjoki, de Kemi-joki, de Ulea-elf en de Tornea-elf), welke laatste met hare zijrivier de Moeonio de grensrivier is naar de zijde van Zweden. In het binnenland en in het oostelijk gedeelte heeft men uitgestrekte wouden en moerassen, en de grond is er meerendeels onbebouwd, maar op de kustlanden ten westen bloeit de landbouw. Visscherij en houtveiling zijn er voorts belangrijke bronnen van bestaan.
In het noordelijk gedeelte (Lapland) wonen ongeveer 600 zwervende Laplanders, die zich met de rendierenteelt bezig houden. Er zijn vijf steden: Uleaborg, Brahestad, Kemi, Tornea en Kajana. — De stad Uleaborg, gelegen aan de Bothnische Golf en aan den mond der Ulea-elf en in 1605 gesticht, werd in 1822 grootendeels eene prooi der vlammen, doch is daarna schooner dan te voren herrezen. Zij is de zetel van een gouverneur, en men heeft er een lycéum, een hospitaal, scheepstimmerwerven, onderscheidene fabrieken en omstreeks 9000 inwoners, die handel drijven in teer, pek en hout. Gedurende den oorlog van 1854 bestookten de Engelschen er de haven en staken er onderscheidene schepen en het teermagazijn in brand.