Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Tunica

betekenis & definitie

Tunica (De) was een kleedingstuk der Romeinsche mannen en vrouwen en werd onder de toga op het bloote ligchaam gedragen. Het werd boven de heupen met een gordel bijeengebonden en daalde af tot beneden de knieën. De tunica was wit, van wol vervaardigd en in den beginne zonder mouwen, doch deze werden er in lateren tijd aan toegevoegd. De vrouwen droegen over die tunica zonder mouwen eene tweede met mouwen (stola), welke met haken (fibulae) werd digtgemaakt.

De tunica der knapen en der soldaten was donker rood (tunica russa). Aan de tunica der senatoren was in het midden, van de borst af tot aan den benedenrand, eene purperen strcok geweven (tunica laticlavia), en aan die der ridders had men twee smalle purperen strepen (angustus clavus), hoewel laatstgenoemden in den tijd der Keizers ook de tunica laticlavia droegen. De triumphatores waren gehuld in eene met palmbladen omzoomde tunica (tunica palmata). De gewone witte tunica (tunica pura of recta) ontvingen de jongelingen tegelijk met de toga virilis en de jonge dochters bij haar huwelijk van de ouders. De tunica der R. Katholieke bisschoppen is een rijk versierd, mantelvormig opperkleed.

< >