Tredmolen (Een) is een te Parps in 1780 door Berthelot uitgevonden toestel, om door middel van de beweging en het gewigt van menschen of dieren kracht voort te brengen, zonder dat men wind, water of stoom noodig heeft. De toestel bestaat uit een groot rad, aan de binnenzijde van treden voorzien en beweegbaar om eene spil. Een mensch of dier, daarin geplaatst en telkens op eene volgende trede stappend, doet het rad omwentelen zonder zelf van plaats te veranderen.
In Amerika en in sommige gewesten van Duitschland bezigt men veroordeelde misdadigers, om in den tredmolen te loopen, ’t geen zóó vermoeijend is, dat slechts weinigen het langer dan eenige minuten achtereen kunnen volhouden. Men kan zulk een rad zoo breed maken als men verkiest, en men heeft er, waarin 20 personen plaats vinden. Beklimt elk van hen in een uur 3000 trappen, elk ter hoogte van 2 Ned. palm en werkt hij 7 uur op een dag, dan is het arbeidsvermogen bij een ligchaamsgewigt van 65 Ned. pond niet minder dan 3000 x 1 X 65 X 0,2 of 273000 kilogrammeters.
