Torpedo is de naam van een met eene ontploffende zelfstandigheid gevuld ligchaam, bestemd om onder water vijandeljjke schepen in de lucht te doen vliegen. De torpedo werd het eerst in 1805 gebezigd door Fulton en door dezen met dien naam, het Latijnsche woord voor Sidderrog (Raja torpedo), bestempeld. In de practijk bezigde men de torpedo’s volgens de constructie van Jacobi pas in 1855 tot versperring der haven van Kroonstad.
Zij bestonden uit eene voor anker gelegde ijzeren kist, gevuld met buskruid en voorzien van eene buis met zwavelzuur en chloorzuur kalium. Werd deze buis door een schip, dat er mede in aanraking kwam, gebroken, dan ontbrandde de buskruidlading.
In den Amerikaanschen oorlog van 1861—1865 gebruikte men meestal voor anker drijvende vaten met buskruid, voorzien van een percussietoestel, of houten kisten met een uurwerk, hetwelk op een bepaalden tijd de uitbarsting veroorzaakte (helsche machines). Wegens het gevaar van ontploffing bij het plaatsen der torpedo’s kwam men op het denkbeeld die ontploffing te bewerken door middel van eene electrische vonk langs metalen draden, die de torpedo’s met den wal verbonden.
De vastliggende torpédo’s dienen enkel tot verdediging, doch voor den aanval heeft men spiertorpedo's en vooral vischtorpedo's. Deze laatsten zijn met schietkatoen gevuld en bewegen zich door middel van zaamgeperste lucht. Voorts heeft men sleeptorpedo's van Harvey, welke onder een hoek van 45° achter de boot of het vaartuig blijven, dat ze voortsleept, zoodat men ze bij de vijandelijke schepen kan brengen zonder digt tot deze te naderen.
De Duitsche marine heeft ten behoeve der kustverdediging torpedo’s van Hertz, ook wel zeemijnen genoemd; deze ontploffen door middel van electriciteit, welke in den torpedo zelven ontstaat, zoodat men de geleiding naar den wal kan missen.
Reeds veel vroeger is intusschen het denkbeeld gekoesterd om zulke vernielende werktuigen te vervaardigen. David Bushnell, geboren in 1742 in Connecticut en overleden in 1826 in Georgia, hield zich in 1771—1775 bezig met de vervaardiging van eene onderzeesche boot, welke in 1776 voltooid werd en eene tot den dag van heden nog niet verbeterde geschiktheid bezat, om onder water te worden bestuurd. In die boot werd een vat met buskruid geplaatst, hetwelk door eene met een uurwerk verbondene lont op een voorafgesteld tijdstip moest ontploffen. Deze drijvende torpedo’s voldeden echter niet in het gebruik, doch het denkbeeld van Bushnell werd 20 jaar later weder opgevat door Rohert Fulton.
Deze bouwde desgelijks eene onderzeesche boot en wendde zich met zijne uitvinding tot de Fransche regéring, maar zonder gewenscht gevolg. Later evenwel benoemde Napoleon eene commissie, om de plannen van Fulton te onderzoeken. Er werden proeven genomen in de haven van Brest, en bij ééne van deze bleef hij met zijne boot vier uren onder water. In weerwil van deze goede uitkomst en van de vernietiging van onderscheidene schepen vond hij geen gehoor voor zijne eischen, zoodat hij zich in 1804 bij de Engelsche regéring vervoegde en bij den minister Pitt eene krachtige ondersteuning vond.
De Engelschen ondernamen eene expeditie naar Boulogne, om de aldaar gestationeerde en tot eene landing in Engeland bestemde vloot door middel der onderzeesche mijnen van Fulton, „catamarans” geheeten te vernietigen. De catamarans, met 40 vaten buskruid gevuld, zouden, door den stroom naar de vijandelijke schepen voortgestuwd, door middel van een uurwerk op den geschikten tijd ontploffen, maar beantwoordden niet aan de verwachting.
Door eene volkomene vernieling aan de Engelsche brik „Dorothea” op den 15den October 1805 door een torpedo met 55 Ned. pond kruid had Fulton wel is waar de eer zijner uitvinding gehandhaafd, maar ook eene partij van tegenstanders opgeroepen , die het den minister Pitt euvel duidden, dat hij eene uitvinding ondersteunde, welke Engeland berooven zou van zijne heerschappij ter zee. Omstreeks dien tijd gaf de uitvinder aan zijn werktuig den naam van torpedo, en nadat hij in 1806 naar Amerika was teruggekeerd, bragt hij in zijn boek: „Torpedo-war or submarine explosions (1807)” nog onderscheidene ontwerpen aan het licht, welke later werden ten uitvoer gelegd, zooals mijnen, die bij aanraking ontploften, geschikt tot verdediging van havens en riviermonden, harpoentorpedo’s, die als projectielen dienst deden, spiertorpedo’s, torpedobooten enz.
Vooral evenwel had hij te strijden tegen het gevoelen, dat de torpedo een verraderlijk wapen was. Na hem bemoeide zich de kolonel Samuël Colt, de uitvinder der revolvers, met de vervaardiging van nieuwe soorten van torpedo’s. Hij deed in 1842 en 43 onderscheidene schepen in de lucht vliegen.
Voorts werden in 1848 door Himly en Simens torpedo’s gelegd, om de haven van Kiel tegen de Deensche vloot te beveiligen. Zij bestonden uit waterdigte met 20 centenaars buskruid gevulde vaten en twee metalen draden, tusschen wier uiteinden zich schietkatoen bevond, hetwelk bij het overspringen der electrische vonk ontbrandde. Zij werden gelegd op eene diepte van 6 Ned. el, en aan het strand waren op elken torpedo twee vizieren gerigt, om met juistheid de nadering van een vijandelijk schip tot zoodanig vernielingswerktuig te bepalen.
Ook gedurende den Krim-oorlog werden torpedo’s gelegd bij Kaap Paul, Jenikalé, Kertsj en Kroonstad. Hoewel er geen enkel schip door vernield werd, joegen zij den vijand schrik aan, vooral toen de Engelsche schepen „Merlin” en „Firefly” er erg door beschadigd werden.
De overste der genie, baron Ebener, bezorgde voorts aan die werktuigen eene grootere volkomenheid. Om ze op het meest geschikte oogenblik te doen ontploffen, bezigde hij eene camera obscura, welke een beeld van de haven op eene matglazen plaat vertoonde. De ligging der onderzeesche mijnen was er door stippen op aangeduid, en het juiste tijdstip was gekomen, zoodra een vijandelijk schip één dier stippen bedekte.
Vooral werden de torpedo’s gebruikt in den Amerikaanschen burgeroorlog; in October 1862 organiseerden de Zuidelijken eerst onder de leiding van Maury, daarna onder die van generaal Rains het eerste torpedokorps. Al de krijgslieden van dit korps verbonden zich tot eene stipte geheimhouding van alle dienstzaken. Toen werden de paal- en de raamtorpedo's uitgevonden ter beveiliging van den toegang tot havens, — voorts de drijf- of vattorpedo's met een contacttoestel en ook wel met uurwerk, door ballast onder de oppervlakte drijvend en voortgestuwd naar de blokkadeschepen.
Men heeft daarbij verschillende toestellen aangebragt, om op den meest geschikten tijd de ontploffing te veroorzaken. Intusschen kunnen zij na de kentering van het tij — en alzoo door eene tegenovergestelde rigting van den stroom gevaarlijk worden voor de afzenders.
Tot beveiliging van havens en riviermonden gebruikt men veelal drijvende torpedo’s, aldaar voor anker gelegd en volgens de constructie van Singer vervaardigd. Zij ontploffen zoodra zij door een naderend schip een schok ontvangen. Vreeselijke vernielingswerktuigen zijn de uurwerktorpedo's of helsche machines, gewone kisten, met buskruid gevuld, dat door middel van eene lont, met een uurwerk verbonden, tot ontploffing wordt gebragt.
Zulk een werktuig werd in 1864 te City Point door een werkman op een kruidschip geplaatst, waarna een uitbarsting volgde, waardoor onderscheidene personen werden gedood. De kolentorpedo's zijn vaten van gegoten ijzer, die men in steenkolengruis hult, zoodat zij in de oorlogsstoombooten onder de steenkolen gemengd en op het vuur geworpen worden, waar hunne ontploffing het schip terstond doet zinken. Daardoor zijn welligt onderscheidene schepen der Noordelijke Staten vernield, daar zij plotseling verdwenen zonder eenig spoor achter te laten. Voorts gebruikte men electrische mijnen met 20 tot 30 centenaars buskruid, waarin men door middel van den electrischen stroom een dunnen platinadraad aan het gloeijen bragt. Door het gebruiken dier torpedo’s klom de onderlinge verbittering, zoodat men zich daarvan ook bij den aanval begon te bedienen. Hiertoe bouwde men kleine stoombarkassen en vooral sigaarvormige stoombooten, die men met den naam van davids bestempelde.
Luitenant Cushing, in 1874 in het krankzinnigengesticht te Washington overleden, stevende den 27sten October 1864 in eene opene barkas naar het gepantserde ramtorenschip „Albermarle” en deed het, in weerwil van geweer en geschutvuur, in de diepte verdwijnen. Maar ook zijn vaartuig werd door de geweldige waterbeweging aan het zinken gebragt, en het grootste gedeelte zijner manschappen verdronk, terwijl hij zelf den dood ontzwom.
Ook het ontwerp van onderzeesche booten van Bushnell werd weder verwezenlijkt; den 17den Februarij 1864 werd in de haven van Charleston de „Hausatonic” daardoor verwoest, maar ook de verwoesters kwamen daarbij om het leven. In het geheel zijn in dien oorlog ongeveer 38 schepen, onder welke zich 13 monitors en groote gepanserde schepen bevonden, door torpedo’s vernield.
Zeven monitors en elf houten schepen zonken terstond na de ontploffing. Dat baarde opzien, en in verschillende Staten van Europa werden nu proeven genomen met torpedo’s. Men verdeelde deze in verdedigende en aanvallende en gaf aan eerstgemelden den naam van zeemijnen en aan laatstgenoemden dien van torpedo's.
De drijvende torpedo’s werden wegens het gevaar, waaraan zij de afzenders bloot stelden, algemeen afgekeurd. De zeemijnen werden voor anker gelegd, onder water gehouden en van een contacttoestel of van eene electrische geleiding voorzien. Eerstgenoemden zijn verreweg het eenvoudigst, maar bij het leggen en wegnemen niet zonder gevaar. Bij de torpedo’s met electrischen geleider heeft men daarentegen het bezwaar, dat men veelal moeijelijk het meest geschikte oogenblik der ontploffing met juistheid kan bepalen, terwijl dit bij nacht en mistig weder ten eenemale onmogelijk is.
Gewoonlijk heeft men ten behoeve van elken electrischen torpedo aan wal twee observatieplaatsen, van kijkers voorzien en door een telegraafdraad met elkander in gemeenschap; zoodra nu een vijandelijk schip met die beide plaatsen denzelfden driehoek vormt als de mijn, is het tijdstip aangebroken , waarop deze moet ontploffen. Intusschen is, gelijk wij boven reeds mededeelden, de kolonel von Ebener er op bedacht geweest, de voordeelen van beide soorten van torpedo’s te vereenigen, namelijk door het ontwerpen van zoodanigen toestel, waarbij de electrische stroom de uitbarsting doet ontstaan zoodra een schip met den torpedo in aanraking komt. Hierbij echter veroorzaakt het al te kunstmatig zamenstel groote ongelegenheid.
Veel beter is de desgelijks reeds genoemde inrigting der torpedo’s van Hertz, doch toen in den oorlog van 1870 en 1871 bij het leggen en wegnemen der torpedo’s veel menschen omkwamen, besloot de Duitsche admiraliteit, alleen zoodanige torpedo’s bij kustverdediging te bezigen, welke door een aan wal staanden electrischen toestel werden ontstoken. De torpedo’s van Hertz echter kunnen zonder gevaar gelegd en weggenomen worden, maar hunne inrigting is, althans wat de bijzonderheden betreft, een geheim.
Men legt voorts de zeemijnen gewoonlijk in twee rijen achter elkander, zoodat een schip, het te verdedigen vaarwater passérend, noodzakelijk met één der torpedo’s in aanraking moet komen. Tot de offensieve torpedo’s behoort inzonderheid de reeds beschreven sleeptorpedo. Men werpt dezen uit aan eene lange lijn, viert deze en manoevreert zóó, dat het vijandelijk schip zich boven deze Iijn bevindt, welke men daarop met snelheid aanhaalt, zoodat de torpedo door den krachtigen schok tegen dat schip ontploft.
Het denkbeeld, met kanonnen onder water te schieten om in vijandelijke schepen onder de waterlijn een lek te doen ontstaan, is niet nieuw. Fulton heeft reeds in 1814 pogingen aangewend om het te verwezenlijken, maar noch hij noch iemand zijner navolgers heeft tot nu toe het gewenschte doel bereikt. De weerstand van het water is zóó groot, dat de snelheid van het projectiel zeer snel vermindert. Men begreep, dat men dan alleen welligt zijn doel zou bereiken, wanneer de aangewende kracht niet slechts éénmaal werkt, zooals bij het geschut, maar eenigen tijd blijft aanhouden.
Men zegt, dat Desauguliers in 1730 vaartuigen onder water heeft vernield door middel van raketten. In 1862 nam majoor Hunt proeven met raketten, maar kwam er bij om het leven, en in 1874 deed de ingenieur Weir te New York onder water proeven met een raket ter lengte van 2,31 Ned. el en ter zwaarte van 111 Ned. pond met eene springlading van 35 Ned. pond. Zij bezat eene snelheid van 4,5 Ned. el, maar had, dewijl zij ligter werd door het verbranden van de sas, een onregelmatigen loop.
Ericsson vervaardigde een torpedo met eene schroef, welke in beweging werd gebragt door zaâmgeperste lucht, doch zijne uitvinding vond geen bijval. In 1872 bedacht Lay een torpedo in den vorm eener sigaar, een vischtorpedo ter lengte van 7,6 Ned. el met eene middellijn van 0,9 Ned. el en 2000 Ned. pond zwaar; hij wordt voortgestuwd door de verdamping van vloeibaar koolzuur en blijft door het afrollen eener kabel in verband met de kust. Hij wordt voorts door een electrischen stroom bestuurd, maar is zeer zamengesteld en kostbaar.
De torpedo van Smith gelijkt op den voorgaanden en wordt door de drukking van vloeibaren ammoniak in beweging gebragt. — De merkwaardigste van allen echter is de vischtorpedo van den Oostenrijkschen kapitein Lupis en van den ingenieur Whitehead te Fiume. Hij is ongeveer 4,5 Ned. el lang en heeft eene middellijn van 0,5 Ned. el, is van gegoten staalblik vervaardigd en weegt omstreeks 300 Ned. pond. Tot voortstuwende kracht dient lucht, tot 70 atmosphéren zamengeperst en bij het wegstroomen twee vierbladige schroeven in beweging brengend.
Hij kan naar welgevallen op elke diepte gesteld worden, en het voorste gedeelte bevat eene springlading van 25—30 Ned. pond schietkatoen, die bij een schok of stoot ontploft. Ook de snelheid van dezen torpedo kan naar believen worden geregeld, en de kosten van zulk een vernielingswerktuig beloopen 4500 gulden. Het wordt langs een daarvoor bestemden toestel van boord gelaten, hetgeen bij eene holle zee groote moeijelijkheden oplevert.
Thans worden proeven genomen om torpedo’s door middel van geschut op de vijandelijke schepen te werpen, en dit zou in den zee-oorlog eene geweldige omwenteling doen ontstaan. Voorheen gebruikte men voor de vulling steeds buskruid, doch thans nagenoeg uitsluitend vochtig schietkatoen; 40 Ned. pond van dit laatste is voldoende, om het hechtste schip in de lucht te doen springen.
Bij de meeste vloten heeft men thans afzonderlijke torpedoschepen ter lengte van 60 Ned. el; doch in den jongsten tijd bouwt men torpedoschepen ter lengte van slechts 25 Ned. el, die zich snel bewegen en den naam van Thornycrofts dragen. Om zeemijnen vóór de haven en vóór de monden van rivieren te plaatsen, bedient men zich van mijnleggers of daartoe ingerigte vaartuigen.
Het spreekt wel van zelf, dat men ook middelen voorstelt en aanwendt om de torpedo’s onschadelijk te maken of te verwijderen. De geleidingsdraden der electrische mijnen worden met dreggen opgezocht en zoo mogelijk doorgesneden. Ook laat men kettingen en kabels over den grond slepen om die mijnen zelven op te visschen of te doen ontploffen. Hiertoe moet men booten gebruiken, en de verdediger kan dat verhinderen door de mijnen onder het bereik der kustbatterijen te plaatsen en eene versperring van kettingen aan te leggen. Weet men met juistheid, waar de mijnen gelegen zijn, zoo kan men door het ontsteken van tegenmijnen hare ontploffing veroorzaken. Tegen een aanval van spiertorpedo’s baat alleen waakzaamheid, en een voor anker liggend schip kan men tegen offensieve torpedo’s het best beveiligen door een vlot vóór dat schip te plaatsen en des nachts electrisch licht te ontsteken.
In den Russisch-Turkschen Oorlog van 1877 heeft men ook ruimschoots gebruik gemaakt van torpedo’s zonder echter aanleiding te geven tot nieuwe ontdekkingen op dat gebied.