Teschen

betekenis & definitie

Teschen, een vorstendom in Oostenrijksch Silézië, behoorde oorspronkelijk aan de hertogen van Silézië, maar kwam in 1298 onder de souvereiniteit van Bohemen. Toen in 1625 de mannelijke lijn der hertogen van Teschen uitstierf, verviel dat vorstendom aan de Kroon van Bohemen, totdat keizer Karel Vl het in 1722 schonk aan Leopold Joseph Karl, hertog van Lotharingen, die in 1729 opgevolgd werd door zijn zoon Kranz Stephan, later keizer Frans I. In 1766 viel het ten deel aan prins Albert van Saksen, gehuwd met eene dochter van keizer Frans I en den titel voerend van hertog van Saksen-Teschen. Van dezen ging het in 1822 over op aartshertog Karel en vervolgens op diens oudsten zoon Albrecht. — De stad Teschen ligt aan de Olsa en aan den spoorweg van Kaschau naar Oderberg, telt een paar regtbanken, onderscheidene inrigtingen van onderwijs, eenige instellingen van weldadigheid, een muséum, een schouwburg en omstreeks 10000 zielen. Den 13den Mei 1779 werd er tusschen Maria Theresia en Frederik II de vrede gesloten, welke een einde maakte aan den Beijerschen Successie-oorlog.