Telémachus, volgens de Grieksche sage de zoon van Odusseus (Ulysses) en van Pe nélopé, was nog een kind, toen zijn vader ten strijde trok naar Troje. Op volwassen leeftijd ontving hij van Athene (Minerva) den raad, bij Nestor in Pylus en bij Menelaus in Sparta berigten in te winnen omtrent zijn vader. Bij Menelaus vernam hij, dat zijn vader nog in leven was.
Bij zijn terugkeer op het eiland Ithaca vond hij bij den zwijnenhoeder Eumeus zijn vader, door Athene als bedelaar vermomd. Odusseus maakte zich aan hem bekend, en Telémachus stond dezen ter zijde bij het uit den weg ruimen der Vorsten, die naar de hand van Penélopé dongen. De lotgevallen van Telémachus zijn behandeld door Fénelon in den beroemden roman: „Les aventures de Télémaque”.