Tamarinde (Tamarindus Tourn.) is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Caesalpinieën. Het omvat ongedoornde boomen met afwisselende, even-gevinde bladeren, afvallende steunblaadjes, eindstandige bloemtrossen, gesteelde, langwerpige, zamengedrukte, niet opspringende, meerhokkige peulen met kurkachtige, brooze schillen en gevuld met een donkerkleurig moes. De Indische tamarinde (T. indica L.) is een boom ter hoogte van 9—12 Ned. el met eene breede, sterk vertakte kroon, lijnvormige bladeren ter lengte van 1 Ned. palm, schrale bloemtrossen met witte, paars-geaderde bloemen en 1 tot 8-zadige peulen. Hij groeit in Oost-Indië, Arabië en Oost-Afrika en wordt ook in WestIndië gekweekt.
De vrucht wordt gebruikt als ooft en tot bereiding van verkoelende dranken, terwijl het tamarinde-moes tot de handels-artikelen behoort. Het is donker bruin, riekt naar zuren wijn, smaakt zoetachtig zuur en bevat suiker, wijnsteenzuur, pectine-zuur en gom. Het dient tot purgeermiddel. Het harde hout van den boom wordt door de wormen niet aangetast.