Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Suerman

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij:

Bernardus Franciscus Suerman, een verdienstelijk Nederlandsch geneeskundige, geboren te Haarlem den 4den October 1783. Hij legde zich reeds vroeg met ijver toe op de heelkunde, was als leerling van den Haarlemschen heelmeester Perez bij de landing van het Engelsch-Russische leger (1799) werkzaam in het alstoen te Haarlem tijdelijk opgerigte hospitaal, studeerde eerst te Lingen, daarna te Utrecht en aanvaardde na zijne promotie het hoogleeraarsambt te Harderwijk. Na de opheffing der Académie aldaar (1812) zag hij zich zonder zijne voorkennis benoemd tot vrederegter te Apeldoorn en geneesheer aldaar, doch hij bleef te Harderwijk gevestigd totdat hij in 1815 geroepen werd tot het hoogleeraarsambt te Utrecht. Eerst in 1853 werd hij emeritus, en overleed den 11den Februarij 1862. Behalve onderscheidene „Orationes” gaf hij in 1832 „Raadgevingen aan mijne medeburgers bij het naderen der chólera asiatica” in het licht.

Alexander Charles Guillaume Suerman, een uitstekend genees- en wis- en natuurkundige en een zoon van den voorgaande. Hij werd geboren in 1809. Als student te Utrecht verwierf hij in 1830 de gouden medaille door het beantwoorden eener sterrekundige prijsvraag. Nadat hij in 1835 in de geneeskunde en in 1836 in de wis- en natuurkunde was gepromoveerd, zag hij zich in 1839 benoemd tot hoogleeraar in de geneeskunde aan de Utrechtsche hoogeschool. Hij werd opgenomen onder de leden van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap en deed door zijne ongemeene bekwaamheid groote verwachtingen koesteren van zijne werkzaamheid, toen hij den 13den Februarij 1840 overleed.

< >