Steub

betekenis & definitie

Steub (Ludwig), een verdienstelijk schrijver, geboren den 20sten Februarij 1812 te Aichach in Opper-Begeren, vertrok later met zijne ouders naar München en studeerde er in de letteren en regten. In 1834 ging hij naar Griekenland en werd er als ambtenaar geplaatst, eerst te Nauplia en vervolgens te Athene. hij bleef er tot 1836, keerde over Rome, Florence en Venetië naar München terug, en werd er in 1845 tot pleitbezorger en in 1863 tot notaris benoemd. Van zijne geschriften vermelden wij: „Ueber die Urbewohner Rhätiens und ihren Zusammenhang mit den Etruskern (1843)”, — „Zu rhätischen Ethnologie (1854)”, — „Die oberdeutschen Familiennamen (1870)”, — wijders: „Drei Sotamer in Tirol (1846; 2de druk 1871, 3 dln)”, — „Das bayrische Hochland (1860)”, — „Wanderungen im bayrischen Gebirge (1862) ”, — „Herbsttage in Tirol (1867)”, — „Altbayrische Kulturbilder (1869)”, — „Bilder aus Griechenland (1841)”, — „Novellen und Schilderungen (1853)”, — „Deutsche Träume (1838, 3 dln)”, — en „Der schwarze Gast (1863) ”. Eene verzameling zijner kleinere geschriften is in 1853—1875 in 4 deelen in het licht verschenen.