Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Sprenger

betekenis & definitie

Sprenger (Aloys), een verdienstelijk beoefenaar der Oostersche letteren, geboren den 3den September 1813 te Nassereut in Tyrol, studeerde te Weenen en vertrok in 1836 naar Londen, waar hij den graaf van Munster ter zijde stond bij het vervaardigen van diens geschrift over de krijgswetenschap der Mohammedaansche volken. Voorts begaf hij zich in 1843 naar Calcoetta en werd er in 1845 directeur van eene soort van Mohammedaansche hoogeschool te Delhi. In die betrekking deed hij onderscheidene boeken ten behoeve van het onderwijs uit Europésche talen in het Hindostani overzetten en stichtte eene lithographische drukkerij, waarmede hij een penningmagazijn (Kiran ecsadain) uitgaf. In 1848 werd hij naar Luknou gezonden, om er een catalogus te vervaardigen van de Koninklijke bibliotheek, waarvan het eerste deel in 1854 te Calcoetta verscheen.

Dit boek is onontbeerlijk voor de beoefenaars der Perzische letterkunde. In 1850 werd hij examinator bij het college Fort William, tolk der regéring en secretaris van het Aziatisch Genootschap in Bengalen. Van zijne geschriften noemen wij: „Dictionary of the technical terms used in the Sciences of the Musulmans (1854)”, — „Ibn Hajar's biographical dictionary of persons who knew Mohammed (1856)”, — en „Soyuti’s Itqan on the exegetic Sciences of the qoran in Arabic (1856)”. Sedert 1857 is hij werkzaam als hoogleeraar in de Oostersche talen aan de universiteit te Bonn, en zijne belangrijke verzameling Arabische, Perzische en Hindostansche handschriften is aangekocht door de Koninklijke Academie te Berlijn. Van zijne overige geschriften vermelden wij nog: „Otby’s history of Mahmud of Ghazna (1847)”, — „Masudî’s Meadows of gold (1849, dl 1)”, — „The Gulistân of Sady (1851)”, — „Das Leben und die Lehre des Mohammed (1861—1865, 3 dln)”, — en „Die alte Geographie Arabiens als Grundlage der Entwickelungsgeschichte des Semitismus (1875)”.

< >