Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Smetius

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij twee oudheidkundigen, namelijk:

Johannes Smetius, geboren te Aken den 10den October 1590. Hij studeerde te Harderwijk, Heidelberg en Genève, volbragt eene reis door Frankrijk en Engeland en werd Protestantsch leeraar te Sittard, te Sédan en eindelijk te Nijmegen, waar hij den 30sten Mei 1651 overleed. Hij verzamelde een rijken schat van oudheden, in en om Nijmegen opgedolven. Daardoor ontstond een kabinet, dat door zijn zoon uitgebreid en na het overlijden van dezen voor 20000 gulden aan den Keurvorst van de Pfalz verkocht werd. Van zijne geschriften noemen wij: „Thesaurus antiquus Smetianus (1658)”, — „Oppidum Batavorum seu Noviomagum (1644)”, — en „Antiquitates Noviomagenses (1678)”.

Johannes Smetius, een zoon van den voorgaande. Hij studeerde te Utrecht, Sédan en Saumur in de godgeleerdheid en was achtervolgens predikant te Ubbergen, Weert en Nijmegen, waar hij in Mei 1704 overleed. Hij zette de oudheidkundige nasporingen van zijn vader voort en beijverde zich, diens geschriften in het licht te geven. De „Cronijk van de oude stad der Batavieren”, door zijn vader in het Latijn begonnen, is door hem in het Nederlandsch omgewerkt en door in de Betouw (1784) vervolgd.

< >