Sirenen zijn in de Grieksche mythologie bekoorlijke maagden, die op een eiland der Westelijke Zee, tusschen de eilanden Aea en Scylla, op eene bloemrijke weide, omringd door menschenbeenderen, op het strand vertoefden en door haar betooverend gezang de voorbijvarenden tot zich lokten, om hen te dooden.
Toen Odusseus (Ulysses) langs dat eiland zeilde, vulde hij op raad van Circé de ooren van zijne reisgenooten met was, terwijl hij zich zelven, om aan het gevaar te ontsnappen, aan den mast liet vastbinden, zoodat hij ongehinderd zijn togt kon voortzetten. Daarop stortten zich de Sirenen in zee en werden in drie klippen herschapen. Volgens de latere dichters (na Homerus) waren zij dochters van den riviergod Achelous, zoodat zij ook wel Acheloïden genoemd werden.