Sextant of spiegelsextant is de naam van een hoogst nuttig instrument, dienende om den hoek te meten, welke de lijnen, uitgaande van twee zigtbare punten, in het oog van den waarnemer met elkander maken. Het bestaat uit een cirkelboog AB (Fig. 1) ter lengte van iets meer dan 60°. Deze boog is in 120 halve graden verdeeld, die daarop van 0—120 kunnen worden afgelezen. In het middelpunt c van den cirkel, waartoe die boog behoort, is op eene draaibare schijf een kleine spiegel CE bevestigd, welke men met zijne schijf door middel der alhidade of index cD verdraaijen kan.
De alhidade is voorzien van een nonius ab en van een toestel w om haar vast te zetten, alsmede van eene micrometerschroef uv, welke met de beide armen tt' in verband staat. Hl is een tweede, slechts ter halver hoogte verfoeliede spiegel, en daartegenover, op cF, bevindt zich een ring mn met een kijker KL. Aan beide zijden van den kleinen spiegel heeft men gekleurde glazen (bij rs heeft men g, h, i en bij pq heeft men k en l). Men kan den cirkelboog te fijner verdeelen naar mate de straal cF langer is. Is aldaar 1° verdeeld in 4 deelen, dan is de boog van 29 zulke deelen op den nonius verdeeld in 30 deelen, zoodat een deel van den nonius gelijk is aan 1/30 x 1/4 ° = 1/2 minuut = 30 seconden. Bij d is eene opening, waarin men een handvatsel kan vastschroeven. Daar houdt men het instrument met de regter hand vast, wanneer men den hoekafstand van X en Z wil meten.
Men brengt het vlak van den sextant in het vlak, dat door die beide punten en het oog wordt gevormd, en men draait hem zoolang om, totdat men door den kijker en het onverfoeliede gedeelte van den spiegel HI het links gelegen punt aanschouwt. Nu verschuift men de alhidade, eerst op het nulpunt gebragt, met de linker hand langs den verdeelden rand tot dat men in het verfoelied gedeelte van dien spiegel ook het beeld van het regts gelegen punt Z waarneemt. Dit beeld is door eene dubbele terugkaatsing ontstaan: het van Z komende licht valt eerst op den spiegel CE, gaat vandaar naar den spiegel IH en wordt door dezen teruggekaatst in de rigting van de as van den kijker. Zoodra de beide beelden zamenvallen, zet men de alhidade vast en bevordert de naauwkeurigheid van het zamenvallen door middel der micrometerschroef. Het is duidelijk, dat de grootte van den hoek XKZ thans op den verdeelden rand kan worden afgelezen. Omdat de hier gevormde hoek half zoo groot is als de werkelijke, telt men er halve graden voor geheele.
Wil men de hoogte van een hemellicht boven den horizon meten, dan bezigt men op zee als onderste punt een zoodanig in den schijnbaren horizon. Aan land maakt men gebruik van een kunstmatigen horizon. Deze is eene volkomen horizontaal gestelde, weerkaatsende oppervlakte, bijv. een bak met kwik of teer, A in flg. 2. Hierop valt van een verwijderd voorwerp S de lichtstraal SA, welke teruggeworpen wordt naar E. Verlengt men de lijn EA naar C, dan heeft men in a b, en y gelijke hoeken en SAC = 2a. Deze laatste hoek is alzoo het dubbele van den gezochten hoek. Trekt men uit eenig punt F van den teruggekaatsten lichtstraal eene lijn EF evenwijdig aan SA, dan is FEA = SAC = 2a . Is het punt S zeer vér verwijderd, dan kan men FE beschouwen als desgelijks komend van S, of FE maakt met den teruggekaatsten straal AEn hoek FEA, welke dubbel zoo groot is als de hoogte van S boven den horizon. Men brengt ter waarneming daarvan den sextant in een verticalen stand, rigt den kijker op het spiegelbeeld van den kunstmatigen horizon en verschuift de alhidade totdat men het beeld van het voorwerp ook ontwaart in den halfverfoelieden spiegel. De boog, van den rand afgelezen, is het dubbel van den gezochten hoek FEA, zoodat men het afgelezen cijfer door 2 moet deelen om den hoek a te verkrijgen.
De eigenlijke uitvinder van den sextant is Newton; eene door hem vervaardigde afbeelding en beschrijving van dit instrument werden in de nalatenschap van Halley gevonden, weshalve laatstgenoemde ook wel voor den uitvinder is gehouden. Mayer en Borda hebben van den sextant een geheelen cirkel gemaakt, en op voorstel van Steinheil hebben Pistor en Martius aan dat instrument eene belangrijke verbetering aangebragt door in plaats van den grooten spiegel een prisma te bezigen.
Sextant is voorts de naam van een klein sterrebeeld, ten noorden en oosten grenzende aan de Leeuw en ten zuiden en westen aan de Waterslang; het is door Hevelius ingevoerd en bestaat uit eenige kleine sterren.