Sertorius (Quintus), een Romeinsch veldheer, geboren te Nursia in het land der Sabijnen, wist door dapperheid en beleid in de oorlogen tegen de Cimbren en Teutonen, alsmede in den Bondgenooten-oorlog, zich een weg te banen naar de aanzienlijkste eer-ambten. Gedurende den burgeroorlog tusschen Marius en Sulla (88—82 vóór Chr.) voegde hij zich bij de partij van eerstgenoemde, maar liet deze varen in 82, daar hij aan een goeden uitslag harer pogingen wanhoopte. Daarop begaf hij zich naar Spanje, hem door zijne partij als provincie toegekend, om hier den strijd tegen Sulla voort te zetten.
Hij werd er door een leger, hetwelk Sulla derwaarts zond, verdreven, en doolde met een aantal getrouwen rond aan de kust van Afrika en op zee, maar keerde in 81 op uitnoodiging der Lusitaniërs naar Spanje terug, waar hij uit inboorlingen en Romeinsche vlugtelingen een leger bijeenbragt, waarmede hij in 80 op L. Fufidius eene belangrijke overwinning behaalde, waarna hij in 79, toen Q. Metellus Pius en in 77, toen Cn. Pompejus met groote legers tegen hem te velde trokken, onder afwisselend krijgsfortuin zich wist staande te houden, totdat hij in 72 door zaâmgezworenen, met M.Perpena aan het hoofd, vermoord werd. hij was voornemens, in Spanje een nieuw Romeinsch Rijk te doen verrijzen, weshalve hij een Senaat van 300 leden benoemde en te Osca (Huésca) eene school stichtte voor de zonen der aanzienlijkste Spanjaarden. Hij wordt zeer geprezen, niet slechts wegens zijne veldheerstalenten, maar ook wegens zijne humaniteit.