Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Dapperheid

betekenis & definitie

Dapperheid noemt men die kracht des geestes, welke zich door een zelfvertrouwen en onwrikbaren tegenstand in gevaren openbaart. Zij werd door de Ouden, vooral door Plato en de Stoïci, met wijsheid, gematigdheid en geregtigheid onder de cardinale of hoofddeugden gerekend, en men noemde ze heldendeugd, omdat zij inzonderheid eigen is aan oorlogshelden.

Zij bezit dan alleen zedelijke waarde, wanneer zij het gevolg is van een vast besluit en een zedelijk doel beoogt. Het vasthouden aan onzedelijke beginselen is geene dapperheid, maar hardnekkigheid, trotschheid of verstoktheid; zich aan gevaren bloot te stellen zonder noodzakelijkheid en zonder voldoende hulpmiddelen om die te boven te komen, is vermetelheid, en zulks te wagen zonder eenige mogelijkheid van goede gevolgen enkel roekeloosheid. Moed en standvastigheid zijn de bestanddeelen der dapperheid, daar deze met het oog op de overwinning de worsteling aanvaardt en haar met volharding voortzet.