Sémele, in de Grieksche mythologie eene dochter van Cadmus en van Harmonia te Theben, was de beminde van Zeus (Júpiter). Uit ijverzucht haalde Hera (Juno) in de gedaante der voedster Beroë de onergdenkende Sémele over, Zeus te vragen, dat hij tot haar zou komen in dezelfde gedaante, waarin hij steeds aan Hera verscheen. Zeus, die haar plegtig de vervulling van haar verzoek had toegezegd, vertoonde zich daarop omstuwd door bliksem en donder, zoodat Sémele vernietigd werd.
Stervend bragt zij een kind van 6 maanden, Dionysus (Bacchus), ter wereld, dat Zeus aanstonds in zijne heup verborg, om het tot voldoenden wasdom te brengen. Door haren zoon werd zij later uit de Onderwereld onder den naam van Thyone naar den Olympus verplaatst.