Schwenkfeld (Kaspar von), de stichter eener Protestantsche secte en geboren in 1490 te Ossig bij Liegnitz, was de telg van een adellijk geslacht, studeerde o.a. te Keulen, verkeerde als jonker aan verschillende Hoven, werd raadsheer bij den hertog von Liegnitz, doch helde sedert een bezoek te Wittenberg in 1522, waar hij met Karlstadt in aanraking kwam, niet weinig over tot het Protestantismus en bevorderde de verbreiding daarvan in Liegnitz. Weldra echter was hij het met Luther oneens over de leer der regtvaardigmaking, sprak op dweepzieken trant van de „geestelijke bevinding” van Gods genade, werd deswege in 1528 uit zijn vaderland verbannen en zwierf onder strijd en ellende rond in Zwaben en aan de Rijn, totdat hij den 10den December 1561 in Würtemberg overleed. Zijne gevoelens heeft hij openbaar gemaakt in zijn „Bekandtniss und Rechenschaft von den Hauptpunkten des christlichen Glaubens (1547)”.
Eerst na zijn dood vormden zijne aanhangers, Schwenkfeldianen genaamd, in Silézië afzonderlijke gemeenten, welke zich onderscheidden door eene gestrenge kerkelijke tucht. Zij werden door de Jezuïeten vervolgd en vertrokken naar Maryland en Philadelphia, waar zij thans nog bestaan en wegens werkzaamheid, matigheid en regtvaardigheid eene hooge achting genieten.