Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Schoorsteen

betekenis & definitie

Een schoorsteen is een kanaal of buis tot afvoer van verbrandingsproducten en tot bevordering van de luchttrekking. De door het vuur verwarmde en van zuurstof beroofde lucht is soortelijk ligter dan de omringende lucht en stijgt derhalve omhoog, terwijl hare plaats door frissche lucht vervangen wordt, welke de verbranding onderhoudt. Wordt de verwarmde lucht in een schoorsteen opgevangen, dan koelt zij minder snel af, dan in eene opene ruimte en stijgt krachtiger omhoog, zoodat hierdoor eene gewenschte luchttrekking veroorzaakt wordt. Men bevordert die trekking door het opstoken van het vuur, zoodat het verschil van temperatuur tusschen de lucht in den schoorsteen en de buitenlucht vergroot wordt, — en door vermeerdering der hoeveelheid verwarmde lucht, ’t geen geschieden kan door verlenging van den schoorsteen.

In het algemeen zijn ronde schoorsteenen doelmatiger dan kantige, omdat zij geene hindernis opleveren voor de spiraalvormig opklimmende rookkolom; ook is het om die reden van belang den binnenwand van den schoorsteen glad te maken. IJzeren schoorsteenbuizen zijn wegens een sterken aanslag, vaak ook wegens de vorming van zwavelzuur en ijzervitriool, niet aan te bevelen. Het best zijn voorzeker gemetselde schoorsteenen, van binnen met verglaasde tegels bekleed. Om het inregenen of het invallen van den wind in den schoorsteen te verhinderen, werd deze tot op den jongsten tijd gewoonlijk met eene vaste of draaibare kap bedekt, terwijl men thans bij naauwe opening van den schoorsteen zelven die bedekking veelal onnoodig acht. Hooge schoorsteenen vindt men vooral bij fabrieken.