Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Schelde

betekenis & definitie

Schelde (De), eene rivier in Frankrijk, België en Nederland, ontspringt in het Fransche departement Aisne bij Catelet, stroomt in eene noordelijke rigting door het departement Nord, aanvankelijk langs het kanaal van St. Quentin tot aan Kamerrijk, waar dit laatste zich met haar vereenigt en zij zich als eene bevaarbare rivier begint te vertoonen, om zich voorts met de Somme en Oise te verbinden.

Beneden Condé bereikt zij België, kronkelt er door de provinciën Henegouwen en Oost-Vlaanderen, welk gewest zij van West-Vlaanderen en Antwerpen scheidt, en overschrijdt daarna de grenzen van ons Vaderland (zie Nederland). Zij heeft eene lengte van 430 Ned. mijl, en daarvan zijn 340 bevaarbaar. Tot de voornaamste zijrivieren behooren in Frankrijk de Scarpe en de Ronelle, — in België de Lys en de Durme, de Ronne, de Dender en de Rupel.

Zij is bij Dendermonde 190 en bij Antwerpen 660 Ned. el breed, en hier ter plaatse bij vloed 15 Ned. el diep. De belangrijkste steden aan de Schelde zijn in Frankrijk: Kamerrijk, Valenciennes en Condé, — in Belgie: Doornik, Oudenaarde, Gent en Antwerpen, — en in Nederland: Vlissingen.

Van 1648 tot 1792 kenden de Nederlanders zich het regt toe, de Schelde te sluiten, en men heeft ook na 1830 pogingen aangewend, dat regt te handhaven. Daarvan is echter geene sprake meer, en ook de Scheldetol werd reeds lang afgeschaft.

< >