Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Salamander

betekenis & definitie

Salamander (De) was volgens de voorstelling der Ouden een vergiftig dier in de gedaante van eene hagedis. De tegenwoordige wetenschap echter geeft dien naam aan eene familie van kruipende dieren uit de orde der Saurobatrachi. Zij zijn in het geheel niet vergiftig en tevens volkomen weerloos en gelijken op hagedissen, doch hunne huid is niet met schubben bedekt en hunne pooten hebben geene nagels. Op jeugdigen leeftijd ademen zij door kieuwen, later door longen, komen dus sterk overeen met kikvorschen, maar verliezen den staart niet en geven geen kwakend geluid.

De larven leven steeds in het water, maar de volwassene dieren niet altijd. Deze familie bewoont het noordelijk halfrond en is vooral goed vertegenwoordigd in Noord-Amerika. In ons Vaderland kent men 3 soorten, namelijk: den landsalamander (Salamandra maculata), die eene lengte bereikt van 6 Ned. duim, op het donkergekleurde lijf 2 rijen van gele vlekken draagt, aan de voorpooten 4 en aan de achterpooten 5 teenen heeft, in vochtige bosschen woont en zich met slakken en aardwormen voedt, — den watersalamander (8. cristata), iets korter dan de voorgaande soort, met een zijdelings sterk zamengedrukten staart, een grijs of olijfkleurig, met zwarte vlekjes versierd ligchaam, en in slooten en poelen levende, — en den kleinen watersalamander (S. taeniata), die slechts 3 of 4 Ned. duim lang wordt, op den rug bruin is met zwarte vlekken en onder den buik geel of oranje. In den paartijd heeft het mannetje eene roodachtig witte kleur en is versierd met blaauwachtige vlekken; ook deze soort wordt algemeen in slooten en poelen gevonden.

< >