Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 13-10-2020

's Gravenhage

betekenis & definitie

Gravenhage (’s), 's Hage of den Haag de hoofdstad der Nederlandsche provincie Zuid-Holland, de residentie des Konings en de zetel van het algemeen bestuur des rijks, de woonplaats der vreemde gezanten en de vergaderplaats der Staten-Generaal, alsmede de zetel van den Hoogen Raad der Nederlanden, ligt 4 uur gaans van Rotterdam en 3 uur gaans van Leiden aan den Hollandschen spoorweg, die laatstgenoemde 2 steden vereenigt, alsmede aan een tak van den Rijnspoorweg, die zich naar Gouda uitstrekt.

Zij telt met het onderhoorige Scheveningen, ruim ½ uur gaans vandaar aan de Noordzee gelegen, ongeveer 100000 zielen. ’s Gravenhage is nooit eene ommuurde stad geweest; graaf Willem II, tevens Roomsch koning, stichtte er in een uitgestrekt bosch een paleis, hetwelk door zijn zoon Floris V voltooid werd. In 1528 werd dit vlek door de Gelderschen onder Maarten van Rossem geplunderd en gedeeltelijk verbrand. Omdat deze opene plaats weinig veiligheid aanbood, hield prins Willem I zijn verblijf te Delft, doch reeds Maurits keerde naar ’s Gravenhage terug. Lodewijk Napoleon verplaatste het Hof en de hooge collegiën van Staat eerst naar Utrecht en vervolgens naar Amsterdam, doch in 1813 koos het Huis van Oranje ’s Gravenhage wederom tot residentie. Het paleis des Konings, weleer het Oude Hof genaamd, verheft zich in het Noord-einde en heeft een ruimen tuin, onder den naam van „Prinsessentuin” bekend, terwijl het paleis van den prins van Oranje zich op den Kneuterdijk bevindt en te voren bewoond werd door koning Willem II.

Het paleis der Koningin, achter het Haagsche Bosch gelegen en het „Huis ten Bosch” genoemd, is in 1647. gesticht door prinses Amalia van Solms, de weduwe van prins Frederik Hendrik. Behalve de keurig ingerigte receptiezalen vindt men er de beroemde achthoekige Oranjezaal, door uitstekende meesters versierd met zinnebeeldige voorstellingen uit den merkwaardigen levensloop van prins Frederik Hendrik. Voorts heeft men te ’s Hage in het Korte Voorhout het paleis van prins Frederik, dat van 1825 tot 1828 gebouwd en zeer doelmatig ingerigt is, dat van prins Hendrik aan het einde van het Lange Voorhout en op den Kneuterdijk het voormalig huis van Jan de Witt, later in handen van de Fagels en in 1871 bewoond door Motley, doch aangekocht als paleis voor prins Alexander, voor wien het thans ingerigt wordt. Voorts zijn er vele gebouwen, vooral in het Willemspark, die meer op vorstelijke paleizen, dan op verblijven van gewone burgers gelijken.

’s Gravenhage ligt in een der fraaiste gedeelten van Holland en is tevens voorzien van breede straten en ruime pleinen. Tot de aangenaamste wandelplaatsen behooren er, behalve het Bosch en de Zeestraat die naar Scheveningen leidt, de Vijverberg, het Voorhout en het Willemspark. In het midden van dit laatste verheft zich het gedenkteeken, in 1863 verrezen ter gedachtenis van het herstel onzer onafhankelijkheid in 1813. In het Koordeinde verheft zich het ruiterstandbeeld van prins Willem I, — op het plein een standbeeld van dezen, — en op het Buitenhof dat van koning Willem II. Ook is in 1866 in het Voorhout, nabij het Tournooiveld, een gedenkteeken opgerigt ter eere van hertog Benard van SaksenWeimar, terwijl er vermoedelijk eerlang op de Plaats een standbeeld van Thorbecke verrijzen zal. Tot de merkwaardige gebouwen der stad telt men voorts het Binnenhof', door graaf Willem II gebouwd. Hiertoe behoort de groote zaal, een meesterstuk van bouwkunst, waar in 1581 Filips II werd afgezworen, terwijl vóór dat gebouw de grijze Johan van Oldenbarneveldt in 1619 onthoofd werd. In eene der zalen van het Binnenhof, voorheen „de Troonzaal” genaamd, vergadert de Tweede Kamer der Staten-Generaal, en aan de overzijde vindt men de Tréves-kamer, waar in 1609 het Twaalfjarig Bestand gesloten werd, terwijl thans de Eerste Kamer der Staten-Generaal in dat gedeelte van ’t Binnenhof zitting houdt.

Voorts heeft men er het Rijks-Archief en vele bureaus. Merkwaardig is verder de Koninklijke Bibliotheek met meer dan 100000 boekdeelen en vele handschriften, met het Koninklijk muntkabinet en het Muséum-Meermanno-Westreenianum, — dan het Mauritshuis, door Johan Maurits van Nassau, in 1633 gesticht, met vele zeldzaamheden en prachtige schilderstukken van oude meesters (de „Anatomische les” van Rembrandt, — de „Stier” van Potter, enz), — het stadhuis, — en de gevangenpoort, vanwaar in 1672 de raadpensionaris Johan de Witt en zijn broeder Cornelis door het graauw naar beneden zijn gesleurd. Onder de vele sierlijke winkels verdient de prachtige Bazar van de Boer, voorzien van de kostbaarste en smaakvolste artikelen van weelde, eene afzonderlijke vermelding. Ook is er een goed schouwburg-lokaal. — In de Groote Kerk vindt men er het praalgraf van Jakob van Wassenaar-Obdam, en dat van Philips, landgraaf van Hessen-Philipsthal. Daarenboven zijn er onderscheidene andere kerken. Tot de inrigtingen van onderwijs behooren er een gymnasium, eene teeken-academie, eene muziekschool, eene hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus, onderscheidene scholen van meer uitgebreid lager onderwijs enz.

In de behoefte aan ontwikkeling voorziet er wijders de maatschappij „Diligentia”, het genootschap „Oefening kweekt kennis”, enz., terwijl de „Witte Sociëteit” er bezienswaardig is wegens hare pracht en hare doelmatige inrigting. In 1862 is er ook eene diergaarde aangelegd, welke echter op verre na niet met die van Amsterdam en Rotterdam kan wedijveren; doch als vereenigingspunt voor muziekuitvoeringen op hoogen prijs gesteld wordt.— Van de aanzienlijke bewoners van 's Gravenhage behooren vele tot de staatsambtenaren of zijn aan het Hof verbonden. Voor ’t overige heeft men er een groot aantal fabrieken, vooral ijzergieterijen, rijtuigfabrieken en meubelmakerijen. Ook ontbreekt het er niet aan uitmuntende hotels. Een sieraad der stad is het Haagsche bosch met zijne prachtige lanen van zware boomen, met zijne fraaije waterpartijen en met zijne sociëteitstent, waar keurige muziek zich op geregelde tijden laat hooren. Prachtig is voorts de Zeestraat of de weg naar Scheveningen met zijn lommerrijk geboomte en zijne talrijke villa's, waaronder Zorgvliet van Jacob Cats, en eindelijk is er voor de bewoners de druk bezochte badplaats Scheveningen met zijne hotels garnis en fraai badhuis, dat men van 's Gravenhage door middel van een paardenspoorweg bereiken kan, eene rijke bron van uitspanning.