Rogers. Onder dezen naam vermelden wij:
Samuel Rogers, een Engelsch dichter, geboren te Londen den 30sten Julij 1768. Hij werd na het voleindigen zijner studiën de opvolger zijns vaders in eene bankierszaak en beoefende tevens de dichtkunst. Hij gaf o. a. „Pleasures of memory (1792 en later)” in het licht, en lord Byron rekende dit werk tot de fraaiste leerdichten der Engelsche letterkunde. Eerst twee jaar later knoopte hij eene innige vriendschapsbetrekking aan met Byron, en ook Moore en Campbell waren hem zeer genegen. Van zijne werken vermelden wij voorts: „Poems (1814)”, — „Voyage of Columbus, a fragment (1812)”, — „Human life (1819)”, — ën „Italy (1822)”. Hij overleed den 18den December 1855. Zijne verzamelde gedichten werden meermalen ter perse gelegd. Na zijn dood verschenen nog: „Table-Talk and Porsoniana (1856)”, — en „Recollections (1859)”.
Charles Rogers, een Engelsch schrijver, geboren den 18den April 1825 te Dunino in het Schotsche graafschap Fife. Hij studeerde aan de universiteit te St. Andrews en werd in 1855 kapellaan van Stirling Castle, maar legde in 1863 zijne betrekking neder, om zich te Londen te vestigen. Zijn eerste werk: „The modern Scottisch minstrel” bevat eene keurige bloemlezing van nieuwere Schotsche gedichten, en daarop volgden: „The sacred minstrel (1859)”, — „Scotland social and domestic (1860) ”, — „Familiar illustrations of Scottish character (1861; 3de druk 1866)”, — „Tracts and stories of scottish people (1867)”, — „A century of Scottish life (1871; 2de druk 1872)”, — en „Monuments and monumental inscriptions in Scotland (1871 dl 1)”. Voorts heeft men nog van hem: „Lyra Brittannica (2de druk 1868)”, — „Christian heroes in the army and navy (1867; 2de druk (1869)”, — en „Leaves from my autobiography (1876)”. Hij is medestichter en historiograaf van de Royal historical society..
