Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Riet

betekenis & definitie

Riet (Phragmites communis L.) of dekriet is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Grassen en de afdeeling (tribus) der Rieten (Arundinaceae). Het komt ook in ons Vaderland algemeen voor in ondiepe slooten, poelen, petten, moerassen, meren enz., en wordt opzettelijk gekweekt, daar zijne halmen de grondstof leveren voor matten en schuttingen, voor het dekken van schuren, hooibergen enz. Ook worden met de bloempluimen bedden gevuld, Het riet groeit ter hoogte van een paar Ned. el; zijne halmen zijn stijf, vrij sterk bebladerd en met een geleden wortelstok in den grond bevestigd. De groote, sterke pluim bestaat uit ontelbare bloempakjes, welke gewoonlijk 7 bloemen bevatten, van welke de onderste mannelijk, en de hoogere tweeslachtig zijn, terwijl zij door een bundel lange haren ondersteund worden.

De 2 kelkkafjes zijn korter dan het bloempakje, en het onderste kroonkafje is lang, smal en oningesneden, het bovenste dubbel gekield en uitgesneden. De stempels, op lange stijlen geplaatst, komen uit het midden tusschen de kroonkafjes te voorschijn. Het riet bloeit in Julij en Augustus. In het zuiden van Europa groeit het Spaansch riet (Arundo Donax), dat 5 Ned. el hoog wordt en ons wandel- en hengelstokken bezorgt. Wij geven hierbij eene afbeelding van het gewone riet, namelijk een bloeijenden tak op ¼de der natuurlijke grootte, een aartje en eene 2-slachtige bloem, beide op 3-voudige grootte.

< >