Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Renaissance

betekenis & definitie

Renaissance (wedergeboorte) noemt men in de kunstgeschiedenis een sedert de 15de eeuw opgekomen stijl, die de herstelling der aloude kunst ten doel heeft. Het spreekt van zelf, dat men den Romeinsch-antieken stijl dienstbaar moest maken aan de eischen des tijds. Het meest bleef de antieke stijl bewaard in Italië, daar men zich in Frankrijk en Duitschland gewoonlijk vergenoegde met de Romeinsche ornamentiek, terwijl men in de compositie getrouw bleef aan den middeneeuwschen bouwtrant. Ook in Italië kwam men er zelfs toe, de antieke vormen volgens latere gevoelens te herscheppen en een groot aantal nieuwe versieringen te bezigen, bijvoorbeeld gewondene of met vakken voorziene zuilen en ornamenten op deuren en gevels, waarin allerlei beelden uit het plantenrijk waren opgenomen.

In het begin der 16de eeuw echter begon men zich in Italië met meer gestrengheid toe te leggen op den Romeinschen stijl. In deze rigting werkten vooral Bramante, Michèle Angelo en Palladio. In de kerkgebouwen van dit tijdperk ontwaart men den koepelbouw, verbonden met antieke, vooral Corinthische zuilen. Den bloeitijd der Fransche renaissance kan men stellen onder de regéring van François I. De eigenlijke renaissance duurde tot omstreeks het jaar 1580, hoewel men daaronder in ruimeren zin ook den barok - en den rococo-stijl begrijjpt, welke aanhielden tot 1760. In den jongsten tijd is men tot de renaissance teruggekeerd, en deze openbaart zich onder den invloed der Helleensche kunstgewrochten in een meer gestrengen, en onder dien der latere Fransche gebouwen in een overladen stijl. Intusschen heeft zij met betrekking tot architectuur en versiering wederom de overhand verkregen. — Ook geeft men op het gebied der letterkunde den naam van renaissance aan het tijdperk der 14de eeuw, toen inzonderheid Petrarca en Boccaccio haar in Italië een nieuwen bloei bezorgden (zie voorts onder Philologie).