Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Rekenkunde

betekenis & definitie

Rekenkunde is de kunst om getallen te vormen, te behandelen en op het dagelijksch leven toe te passen. Zij doet ons de middelen kennen om alle mogelijke getalwaarden door een klein aantal teekens voor te stellen, — wijst ons de bewerkingen aan, waardoor men langs den eenvoudigsten weg zekere getallen, naar aanleiding van gegevene voorwaarden, tot een nieuw getal kan verbinden, en leert ons de bewerkingen met onbenoemde getallen toepassen op de onderscheidene gevallen van het maatschappelijk leven. De hoofdregels der rekenkunde zijn: optelling, aftrekking, vermenigvuldiging en deeling. Bij de kennis van deze dient men een helder oordeel te voegen, ten einde voor ieder geval te beslissen, welken weg men moet inslaan, om tot de oplossing van het te behandelen vraagstuk te komen.

De rekenkunde maakt, voor zooveel de hoofdregels aangaat, den grondslag uit van de algebra of algemeene rekenkunde, die ons zamenstellingen van getallen leert uitvoeren zonder op de grootte van deze te letten. Zij wijst ons den weg aan, dien men, met getallen werkende, volgen moet. De rekenkunde en de algebra vormen wederom de sleutels tot de meetkunde.