Rau, eigenlijk Rao, is de naam van eene afdeeling met gelijknamig district op Sumatra in de residentie Padangsche Bovenlanden, met eene evenzoo genoemde hoofdplaats, alwaar zich het vervallen fort Amerongen verheft.
Dit landschap grenst in het noorden aan de onafhankelijke Battalanden, in het westen aan de residentie Tapanoeli, in het zuidwesten aan het landschap Tjoebadak, in het zuiden aan het landschap Loender en in het oosten aan het landschap Mapat Toengoel. Het beslaat eene uitgestrekte vallei met een 20-tal dorpen en 25000 zielen, die onder het gezag staan van een Radja. De vruchtbare bodem levert er veel rijst, en de bergen bevatten er goud en zilver. Rau heeft zich in 1832 aan Nederland onderworpen, doch is in het daarop volgende jaar afvallig geworden, maar in 1834 heroverd.