Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 19-03-2018

Bode

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij:

Johann Joachim Christoph Bode, een be­kenden vertaler. Hij was eerst schaapherder, legde zich vervolgens toe op de muziek, werd in 1752 hautboïst te Brunswijk, be­speelde bij voorkeur de fagot en begaf zich naar Helmstädt, om er tevens eenige taal­kennis te verwerven. Daarna werd hij haut­boïst te Celle, componeerde onderscheidene stukken en begaf zich in 1757 naar Hamburg, waar hij werkzaam was als leermeester in de muziek en in de talen, terwijl hij tevens onderscheidene werken uit het Fransch en Engelsch overbragt en met de redactie van den “Hamburgischen Correspondent” was belast.

Hij huwde er met eene rijke dame, trad na den dood van deze nogmaals in het hu­welijk en begon een boekhandel, maar was in deze onderneming niet gelukkig, zoodat hij in 1778 in dienst trad van de gravin Bernstorff en zich met deze naar Weimar begaf. Hij werd voorts door den Hertog van Saksen-Meiningen tot hofraad, door den Her­tog van Gotha tot legatie-raad, en door den Landgraaf van Hessen-Darmstadt zelfs tot geheimraad benoemd.

Hij overleed te Wei­mar den 13denn December 1793. Hij was een ijverig lid der Loge, en heeft uitmuntende vertalingen geleverd van werken van Sterne, Goldsmith, Fielding, Montaigne enz. —Zijn zoon Nicolaus Karl, te Parijs gevestigd en virtuoos op de piano en op de harp, heeft een groot aantal compositiën in het licht gegeven.

Johann Elert Bode, een beroemd sterrekundige, geboren te Hamburg den 19den Januarij 1747. Reeds als knaap vervaardigde hij uit brilglazen een telescoop, en op zijn 18de jaar berekende en beschreef hij reeds met de grootste naauwkeurigheid den loop der planeten en de maanverduisteringen. Door Reimarus kwam hij in 1765 in kennis met den hoogleeraar Busch, en deze leende hem boeken en instrumenten. Hij gaf daarna ge­schriften in het licht, die aan den jeugdigen sterrekundige een grooten roem bezorgden. Lalande hield met hem eene gestadige brief­wisseling.

In 1769 schreef Bode eene ver­handeling over den doorgang van Venus over de zon, welke op den 3den Junij van dat jaar zou plaats hebben, en gaf hierdoor aan­leiding tot de reis van Cook naar de Zuid­zee en van Chappe en d'Auteroche naar Californië. Den 29sten Augustus ontdekte hij de merkwaardige komeet in den Stier en bepaalde den tijd van haren terugkeer. In 1782 werd hij lid van de Academie van Wetenschappen te Berlijn en niet lang daarna directeur van het observatorium aldaar. Talrijke Academiën en geleerde genootschappen namen hem op onder hunne leden. Hij overleed den 23sten November 1826, na onderscheidene sterrekundige werken te hebben uitgegeven, van welke sommige bij herhaling zijn gedrukt. In zijne “Uranographia” vindt men 17.240 sterren aangewezen.

Wilhelm Julius Ludwig Bode, een Duitsch geschiedschrijver. Hij werd geboren te Königslutter den 18den Mei 1779, studeerde te Göttingen en te Helmstädt in de regten, be­kleedde aanzienlijke regterlijke ambten en schreef eenige historische werken, die vooral op het hertogdom Brunswijk betrekking hebben.

Ludwig August, baron von Bode, bekend door een merkwaardig regtsgeding tegen de Britsche Kroon. Hij werd geboren in Enge­land en was de zoon van een Duitsch edel­man in Fransche dienst. De goederen des vaders, in den Elzas gelegen, werden in 1793 verbeurd verklaard, waarna hij zich met zijn gezin naar Petersburg begaf. Lud­wig August, de oudste zoon, streed in den oorlog van 1812 tot 1814, nam als generaal-majoor zijn ontslag en begaf zich naar En­geland, om als geboren Brit schadeloosstel­ling te eischen, door Frankrijk krachtens het verdrag van Parijs aan Britsche onder­danen toegezegd, die door de verbeurd-verklaringen in Frankrijk verliezen hadden ge­leden. Na een proces, dat 26 jaren duurde, werd hem door de jury eene som toegekend van 364.266 pond sterling met de rente. De raadslieden der Kroon wisten de zaak echter weder op de lange baan te schuiven, zoodat Bode tot armoede verviel en zelfs in gijzeling geraakte. Hij werd daaruit bevrijd door zijne bloedverwanten, en overleed te Londen den 9den Junij 1855. — Zijn broeder Klemens August was geruimen tijd Russisch gezantschapssecretaris in Perzië en volbragt er belangrijke reizen, waarvan de beschrij­ving op kosten van het Aziatisch genoot­schap te Londen is uitgegeven.