Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Procopius

betekenis & definitie

Procopius, bijgenaamd de Groote, een gewezen monnik en daarom ook Holy (de Heilige) of Rasus (de Geschorene) geheeten, was een vermaard aanvoerder der Taborieten. Hij werd geboren in Bohemen in 1380, studeerde te Praag, doorreisde een groot gedeelte van Europa en werd daarna monnik. bij het uitbarsten van den Hussieten-oorlog schaarde hij zich onder de vaan van Ziska en was weldra kapitein. Na den dood van Ziska zag hij zich tot opper bevelhebber der Taborieten benoemd; hoewel hij geenerlei wapen hanteerde, veroverde hij in 1425 Dux, overwon, door de inwoners van Praag onder Korybut bijgestaan, den 16dcn Junij 1426 b(j Aussig de Duitschers en versloeg in November van dat jaar hertog Albrecht van Oostenrijk bij Lundenburg. Nadat hij een nieuw Duitsch Kruisleger op den 2den Augustus 1427 bij Tachau op de vlugt gejaagd had, bragt hij de gematigde partij der Hussieten ten val, veroverde Praag en maakte zich meester van de opperheerschappij.

Op zijn aandringen en somtijds door hem aangevoerd, ondernamen de Hussieten onderscheidene strooptogten in Hongarije, Silézië en Moravië. Nadat hij te Eger in 1431 met Sigismund vruchtelooze onderhandelingen over een wapenstilstand had gevoerd, joeg hij den 14denl Augustus bij Tausz het Duitsche leger nogmaals op de vlugt. De Prager Compactaten, inmiddels door tusschenkomst van de kerkvergadering te Basel, waar Procopius als gezant der Hussieten aanwezig was, tot stand gekomen, bevredigden hem niet, zoodat hij oprukte naar Pilsen, het hoofdkwartier der tegenpartij. bij Lipan echter, niet ver van Bömisch-Brod, verwierven de Calixtijnen onder Meinhard van Neuhaus den 30sten Mei 1434 eene beslissende zegepraal. Toen Procopius bemerkte, dat zijne benden de nederlaag leden, stortte hij zich in het midden der vijanden en vond er den dood. Hij werd de Groote genoemd, om hem te onderscheiden van Procopius de Kleine, alzoo genoemd wegens zijne gestalte, die na den dood van Ziska als aanvoerder der Orphanieten optrad en aan de zijde van Procopius de Groote op denzelfden 30sten Mei 1434 sneuvelde. — Een andere Procopius, geboren te Caesarea in Palaestina, vergezelde in 527—547 na Chr. Belisarius op zijne veldtogten, overleed te Constantinopel in 558, en schreef in het Grieksch onderscheidene geschiedkundige werken, namelijk eene „Historie van zijn tijd” in 8 boeken, waarin hij de oorlogen beschrijft tegen de Wandalen, Mooren, Perzen en Gothen van 395 tot 553, — voorts: „Ktismata”, een geschrift over de gebouwen, ten tijde van Justinianus gesticht, — en „Anecdota”, waarin hij den lof terugneemt, dien hij elders aan Justinianus en diens gemalin heeft toegezwaaid. De beste uitgave van zijne werken is die van Dindorf (1833—1838, 3 dln).

< >