Praemonstratensen of Norbertijnen is de naam van eene congregatie van reguliere koorheeren, later eene eigenlijke monnikenorde, gesticht in 1120 door Norbert, een koorheer uit Xanten aan de Rijn, die in 1127 aartsbisschop van Magdeburg en na zijn dood (1134) heilig verklaard werd. Eerst was hij kapellaan van Hendrik V, besloot plotselijk als boetprediker op te treden en onderwees op een weiland in het bosch van Coucy, volgens zijn zeggen hem door hooger hand daartoe aangewezen (pré montré, pratum monstratum), zijne eerste aanhangers in den verscherpten regel van Augustinus. Het ordekleed was wit met een scapulier en ook het hoofddeksel had eene witte kleur. Het klooster Prémontré werd nu het stamklooster en zijn abt generaal der Orde.
In Duitschland heeft deze zich zeer verdienstelijk gemaakt door uitbreiding van het Christendom. In het jaar 1500 bezat zij in 30 provinciën meer dan 1000 abdijen, en onder deze 500 van Praemoustratenser koorvrouwen, 300 proostdijen en 100 priorijen. Zij was over geheel Europa tot in Syrië verbreid. Bij de Hervorming verminderde het getal harer kloosters tot de helft. Om de Orde, wier tucht sterk gedaald was, tot nieuwen bloei te brengen, vereenigden zich hare leden in Spanje in 1573 tot het aannemen van een gestrengen regel. Tegenwoordig bezit zij alleen in Polen en in Oostenrijk eenige kloosters. Een der meest vermaarde is het Strahowklooster te Praag met een muséum en eene groote boekerij.
